Dierenbescherming roept Brabant op strengere staleisen 2022 te parkeren
Doordat de provincie Noord-Brabant haar veehouderijbeleid fors heeft aangescherpt, moeten Brabantse veehouders reeds in 2022 aan fors strengere uitstootnormen voldoen. Om hieraan te voldoen komt momenteel alleen een luchtwasser in aanmerking. Bert van den Berg betitelt de luchtwassers als zeer onwenselijke en bovendien gevaarlijk. Daarbij wijst hij op het extra grote brandgevaar dat door de luchtwassers en de luchtkanalen optreedt. Van den Berg in zijn blog: „Een luchtwasser vergt een dusdanige grote investering dat de veel betere oplossing, van scheiding van mest en urine aan de bron, bij veehouders voor vele jaren de kast in gaat.” Volgens Van den Berg bestaat onder veehouders juist grote belangstelling om milieubelastende emissies bij de bron aan te pakken. Dus om dieren niet maandenlang boven een put met hun eigen gistende uitwerpselen te stallen, maar mest en urine direct te scheiden en snel uit de stal verwijderen. Zo neemt de vorming van ammoniak af, krijg je minder drijfmest en meer vaste mest. Op die manier is niet alleen de ammoniakuitstoot naar buiten minder, maar wordt ook de stallucht schoner. Mestputten hebben bovendien het risico dat er gevaarlijke gassen ontstaan en dat deze gassen vrijkomen als de boer in de mest gaat roeren, of gaat oppompen.
Nieuwe technieken
Om de mens-, dier- en milieubelastende uitstoot adequaat aan te pakken zijn nieuwe technieken nodig. Het vergt tijd om deze verder te ontwikkelen te testen en te erkennen Volgens Van den Berg hangt nu de deadline van 1 januari 2022 als het zwaard van Damocles bij de Brabantse veehouders boven het hoofd. Als zij op die datum aan de strengere Brabantse milieunormen moeten voldoen, zullen ze uiterlijk op 1 januari 2020 een aanvraag voor een milieuvergunning moeten indienen. Van den Berg onderstreept dat het een onmogelijke race tegen de klok is om tussen nu en januari 2020 de nieuwe technieken getest en erkend te hebben. Hij roept het Brabants provinciebestuur op om in plaats van de deadline van 2022 meer tijd te nemen voor echte duurzame oplossingen voor de resterende veehouderijbedrijven. Oplossingen die ten goede komen aan het milieu, de volksgezondheid en het dierenwelzijn.
Haast is niet nodig
De haast van de provincie is volgens de Dierenbescherming niet nodig. Immers door de landelijke stoppersregeling beëindigt al een groot aantal varkens- en pluimveehouders per 2020 hun bedrijf. Daar bovenop is 120 miljoen euro van het Rijk beschikbaar voor een warme sanering van de veehouderij. Van den Berg verwacht dat een flink deel hiervan in Noord-Brabant besteed zal worden. „Dat schept letterlijk lucht op het Brabantse platteland. Gebruik die nu om in plaats van de deadline van 2022 meer tijd te nemen voor echte duurzame oplossingen voor de resterende veehouderijbedrijven die zowel het milieu en de volksgezondheid dienen, als het dierenwelzijn verbeteren”, aldus het advies aan gedeputeerde staten van Brabant