Heederik: ‘Niet alleen kijken naar fijnstof van pluimveehouderij’
Heederik begon zijn lezing met een citaat uit een artikel van het tijdschrift Pluimveeweb dat het fijnstofdebat geen bedreiging meer vormt voor de pluimveehouderij. Hij vindt dat fijnstof en pluimveehouderij nog steeds op de agenda staat en dat de sector de effecten op de volksgezondheid vooralsnog niet moeten bagatelliseren.
Gezondheidseffecten
Waar het fijne fijnstof van PM2,5 vooral een regionaal effect heeft, is het effect van het ‘grovere’ fijnstof PM10 vooral op lokaal niveau. Heederik: „Fijnstof PM10 is een ziekteverwekker doordat het ziekten, resistentie micro-organisme en endotoxinen verspreidt. Dit fijnstof wordt specifiek door de pluimveehouderij uitgestoten. PM10 wordt gerelateerd aan gezondheidsproblemen. We weten echter niet of al de mogelijke gezondheidseffecten ook door de pluimveehouderij worden veroorzaakt. Daarvoor is er nog te weinig onderzoek uitgevoerd.”
Gezien dat de bijdrage van de (pluim)veehouderij lokaal wel tot 10 procent, en soms zelfs 50 procent kan zijn, is de sector volgens Heederik daarmee potentieel ook verantwoordelijk voor een deel van de ziektelast. „Uit de VGO-onderzoek blijkt een duidelijk verband tussen longfunctie en dichtheid van de veehouderij. Dat komt ook naar voren in een Duits onderzoek.”
Boosdoeners
Een mogelijk boosdoener in fijnstof zijn endotoxinen, de (schadelijke) restanten van een bacterie. Deze kunnen voor gezondheidsproblemen zorgen, maar is afhankelijk van de mate van blootstelling. Uit een nieuw, nog niet gepubliceerd, onderzoek waaraan Heederik zijn bijdrage heeft geleverd, blijkt dat er in de nabijheid van veehouderijen een verhoogde concentratie endotoxinen wordt gevonden.
De bijdrage van de pluimveehouderij ligt tussen de 20 en 40 procent volgens de Utrechtse professor, maar de varkenshouderij heeft een grotere bijdrage. „We moeten dus niet alleen kijken naar de pluimveehouderij.” Hoeveel endotoxinen mensen met klachten hebben ingeademd, ofwel een blootstellingsonderzoek, gaf Heederik niet aan. Een dergelijk blootstellingsonderzoek,waarbij gemeten wat mensen inademen, is lastig uit te voeren, maar zou wel een onomstotelijk bewijs kunnen leveren of fijnstof de boosdoener is van gezondheidsproblemen.
Ook bij een hoge ammoniakconcentratie lijkt er naar de mening van Heederik een verband te bestaan met een verminderde longfunctie; zo komt naar boven tijdens panelstudie onder 82 COPD-ers (mensen met longproblemen) waarbij 7408 herhaalde longfunctiemetingen zijn uitgevoerd. „Geurhinder hangt samen met een lagere longfunctie. Er is daarbij een sterk verband te zien tussen nitraat en fijnstof.”
Geen verband 2015 tot 2017
Toch komt uit het onderzoek ook naar voren dat in de afgelopen jaren de associatie tussen longproblemen en pluimveehouderij is verminderd. Heederik: „Tussen 2009 en 2011 zagen we aanwijzingen dat er wel een verband leek te bestaan. Maar in 2015 tot 2017 zagen we dit niet meer terug. Dit is echter zeer lastig om te onderzoeken en daarom kijken we in het nieuwe onderzoek ook naar Utrecht, Gelderland en Overijssel. We verwachten de resultaten binnen enkele maanden.” In het VGO 3 onderzoek zal bovendien ook naar specifieke veroorzakers van longontsteking worden gekeken en worden relaties met pluimvee opnieuw onderzocht