'iStep vleeskuikens creëert rust en transparantie in markt'
Dat zegt Bart Janssen, vleeskuikenhouder in Zuidvelde. LTO/NOP en NVP hebben in overleg besloten om iStep voor de vleeskuikenhouderij mee op te gaan zetten. Na diverse oproepen en lezingen bij studieclubs hebben 40 geïnteresseerde vleeskuikenhouders zich aangemeld.
De komende maand start iStep met een deskundigengroep vleeskuikenhouders die de modulen mee gaat opstarten. „Die groep zal bestaan uit 5 of 6 praktiserende vleeskuikenhouders die de uitgangspunten vaststellen waarop het systeem gebouwd gaat worden”, zegt Leo Driessen, voorzitter iStep. Daarna wordt de vleeskuikenprijzen module ontwikkeld en toegevoegd aan de website. Medio maart volgt de testfase.
Vleeskuikenhouders aan zet
„Er is nu geen goede prijsnotering voor de vleeskuikenhouders. De gegevens in iStep zijn een weergave van de markt. Je kunt kijken of jouw prijs goed was. In de akkerbouw en legpluimveesector is bewezen dat het werkt. We zijn nu als vleeskuikenhouders aan zet om het systeem te laten slagen”, aldus Bart Janssen.
De verwachting is dat het vleeskuikenprijsinformatiesysteem per 1 april online zal staan. Vleeskuikenhouders kunnen dan voor 200 euro lid worden en hun prijzen vergelijken met collega’s. De online database is alleen toegankelijk voor leden. De vereniging heeft in 2018 de website en het informatiesysteem verbeterd waardoor de toegankelijkheid en gebruiksvriendelijkheid is verbeterd.
Het systeem voor de vleeskuikenhouderij is relatief eenvoudig: voor vergelijkingen op opbrengsten per vierkante meter maakt het niet uit of er reguliere of langzaamgroeiende vleeskuikens gehouden worden. Deelnemers kunnen doorlopend informatie over gedane zaken invoeren en kunnen continu prijsinformatie opvragen.
„Ik ben ervan overtuigd dat vleeskuikenhouders die nu denken een goede prijs te ontvangen, na deelname aan iStep vlees, anders concluderen. Dat zagen we bij de start van iStep in 2014 ook bij de legpluimveehouders. Meten is weten”, zegt de voorzitter. Om het systeem goed te laten draaien zijn 100 vleeskuikenhouders nodig.
Data
„Data zijn de toekomst. Nu en in de nabije toekomst kunnen we veel meer met data doen. Daarom is het belangrijk om een goed gevulde database op te bouwen. Dat is het begin. Met die data kun je later oogsten”, zegt Leo Driessen. Hij is ervan overtuigd dat de pluimveehouders dit zelf op moeten pakken. „Als andere partijen de data gaan verzamelen, gaan zij eraan verdienen en komt het geld ergens anders terecht. Gezien de investeringen, arbeid en kennis die pluimveehouders investeren, is het niet meer dan terecht dat zij verdienen aan de data”, aldus Leo Driessen. Eerder meldde hij op Pluimveeweb zijn verbazing over de gelatenheid van de pluimveehouders om prijs- en marktgegevens te bundelen.