'Integratie met één ketenregisseur werkt uitstekend in eendensector'
„Tomassen koopt het voer voor een gereduceerde prijs in. Wanneer je wilt leveren aan de slachterij moet je voer van hen afnemen. Al kun je wel kiezen uit de leverancier. Ook stemt Tomassen het aanbod van eendenvlees af op de vraag.” Zo'n 95 procent van het eendenvlees wordt geëxporteerd, waarvan 65 procent naar Duitsland.
„Die werkwijze met één ketenregisseur pakte de afgelopen jaren positief uit voor de 45 Nederlandse vleeseendenhouders”, zegt Everink. „Wij hebben Tomassen nodig, maar de slachterij ons ook. Als er door slechte marktprijzen in korte tijd 30 procent eendenhouders stoppen, is de slachterij ook veel minder rendabel.” Door de gestegen voer- en stroprijzen zijn de verdiensten nu lager dan afgelopen zomer.
„Voor de huidige prijs van 1,27 euro per kilo kunnen wij nog wel produceren.” Voor de toekomst is Everink ook gunstig gestemd. „De consumptie van eendenvlees in Nederland groeit licht en wereldwijd neemt de vraag toe.”
Voormalig nieuwkomer
Everink stapte in 2006, dertien jaar geleden, als nieuwkomer de eendensector in. Aangezien beide eendenbroederijen door de hoogpathogene vogelgriepuitbraken in 2003 in een besmet gebied zaten, broedde vleeskuikenbroederij Probroed uit Groenlo (GD) in 2003 noodgedwongen eendenkuikens uit. Probroed besloot in 2005 dat ze het uitbroeden van eenden wilde afstoten.
De toenmalige directeur van Probroed vroeg buurman Everink of hij interesse had zijn eigen eendenbroederij te beginnen. De destijds 31-jarige Achterhoeker werkte bij een loonwerker maar had hier wel oren naar. Everink bouwde een grote loods bij zijn huis en startte in 2006 zijn eigen eendenbroederij ‘Groot Stikken’, die hij naar de naam op de voorgevel van zijn huis vernoemde.
Eendenkuikens
„We broeden nu circa 3 miljoen eendenkuikens per jaar uit; een derde van de 9 miljoen eenden die Tomassen Duck-To, de enige eendenslachterij in Nederland, jaarlijks slacht.” Acht jaar later, in 2014, zette de ondernemende Achterhoeker zijn volgende stap door een voormalig vleeskuikenbedrijf in het nabijgelegen De Heurne in de gemeente Aalten te huren. Hij zet hier iedere vier weken 12.000 eendenkuikens op.
Everink kreeg steeds meer plezier in het houden van eenden en maakte richting integratie en ketenregisseur Tomassen kenbaar dat hij zijn eigen eendenbedrijf wilde kopen. Eind 2017 stuitte hij op een voormalig leghennenbedrijf in Eibergen. Halverwege 2018 kocht hij het bedrijf nadat hij een akkoord met de makelaar en bank bereikte. „Ik wilde graag een bedrijf in de buurt kopen. Met onze broederij in Groenlo en twee eendenbedrijven in Aalten en Eibergen is alles op maximaal een half uur rijden.” Onlangs nam Everink zijn stallen in Eibergen in gebruik.
‘Denk er niet te licht over’
In al die jaren leerde Everink veel over het houden van eenden. „Sommige pluimveehouders denken wel eens te licht over het houden van eenden”, vindt Everink. „Ze denken dat het houden van eenden veel makkelijker is dan het houden van vleeskuikens of andere soorten pluimvee. Maar dat is niet waar.”
„Als eendenhouder moet je allerlei zaken goed managen en in de gaten houden, zoals staltemperatuur, voer- en wateropname en dergelijke. De gewenste opstarttemperatuur is 35 graden Celsius. Binnen een week bouw je deze af tot 20 graden Celsius. Wat dat betreft bouw je de temperatuur veel sneller af dan bij vleeskuikens”, vergelijkt Everink.
Uitgebreide reportage
Lees de uitgebreide reportage aanstaande zaterdag 2 februari in de regionale agrarische vakbladen Vee & Gewas en Agraaf en binnenkort in Stal & Akker en Veldpost. Klik hier om een gratis proefnummer voor deze agrarische vakbladen aan te vragen.