'Zonnepanelen niet voor iedere pluimveehouder interessant'
Daarvoor waarschuwt projectleider Wouter Veefkind van Projecten LTO Noord. „Niet ieder staldak is geschikt voor zonnepanelen. Met name oude stallen, die gebouwd zijn in de jaren ’80 of ’90, zijn niet berekend op het gewicht van de zonnepalen.”
Om te kijken of een dak de zonnepanelen kan dragen, is het belangrijk niet enkel op het gewicht van de panelen zelf te letten. Een pluimveehouder moet ook rekening houden met het gewicht van de dakdekkers en de ballast. De meeste daken kunnen zonnepanelen gewoon dragen, maar sommige verouderde daken niet. „Als een pluimveehouder zeker van zijn zaak wil zijn zeker van zijn zaak wil zijn, kan hij een constructeur inschakelen”, adviseert Veefkind.
‘Afstand transformatorhuisje bepalend’
Zonder SDE+ subsidie is een investering in zonnepanelen financieel niet interessant, weet Veefkind. Daarnaast zijn de aansluitkosten bepalend voor de rentabiliteit van zonnepanelen.
„Om stroom terug te kunnen leveren aan het net moet een agrarisch ondernemer een grootverbruikaansluiting hebben. Veel pluimveehouders hebben een kleinverbruik aansluiting van bijvoorbeeld drie keer 80 ampère. Aansluiten van de zonnepanelen kan tussen de 20.000 en 30.000 euro kosten. Dit is afhankelijk van de dichtstbijzijnde transformator. Hoe dichter bij, hoe lager de kosten. Te hoge kosten van de infrastructuur maken sommige projecten onrendabel”, geeft Veefkind aan.
‘Klop tijdig aan bij netbeheerder’
Hij adviseert pluimveehouders om plannen tijdig kenbaar te maken en een offerte op te vragen voor het aansluiten van de zonnepanelen om stroom terug te kunnen leveren op het net. De termijn voor een aansluiting bedraagt 18 weken. „Netwerkbeheerders hebben te weinig uitvoeringscapaciteit. Het netwerk heeft niet altijd voldoende capaciteit en verzwaring kost tijd. Het aanleggen van een middenspanningskabel duurt ongeveer een jaar, een onderstation enkele jaren. De situatie is sterk afhankelijk van welk gebied en netbeheerder.”
„Dat in Noord-Nederland het afgelopen jaar honderden hectares vol gelegd zijn met zonnepanelen en er momenteel nog veel projecten lopen, is de belangrijkste reden hiervan.”
Financiering
Over de financiering moeten pluimveehouders volgens Veefkind goed nadenken. „Vaak gaat het om tonnen, zodat de meeste pluimveehouders bij de bank moeten aankloppen.” Bedrijven zoals FrieslandCampina, Essent en Agrifirm hebben programma’s die zonnepanelen ook willen financieren. „Ondernemers moeten afwegen wat ze willen: er zijn veel mogelijkheden waaronder zelf investeren en huur- en leaseconstructies. Een pluimveehouder kan het beste met zijn accountant bespreken of ze zonnepanelen zelf financieren en op de balans hebben staan of dat ze hun dak verhuren aan een partij zoals Essent.”
„Pluimveehouders moeten de zogeheten GvO’s op zonnepanelen tot waarde kunnen brengen, adviseert Veefkind. Een Garantie van Oorsprong (GvO) is een digitaal certificaat waarmee bewezen kan worden waar en hoe de groene stroom is opgewekt. „Deze certificaten zijn geld waard omdat energie-intensieve bedrijven hun uitstoot moeten beperken.”
Vakblad Pluimveeweb
Aan zonnepanelen zitten dus veel haken en ogen, maar het kan ook een mooi rendement opleveren. Lees het uitgebreide achtergrondverhaal hierover in vakblad Pluimveeweb, dat vrijdag 1 februari is verschenen. Ontvangt u het vakblad Pluimveeweb nog niet? Vraag dan hier een gratis proefnummer aan.