Opinie: Het slopende leven van een voedselmaker
Er zijn te veel benamingen die pluimveehouders naar de kop geslingerd krijgen tegenwoordig. ‘Auschwitz’, ‘de horrorschuur’, noem maar op. ‘Maar gaan er dan geen kippen dood bij jullie?’ Jazeker wel! Maar die gaan ook dood bij Kipster, Rondeel, in biologische stallen, bij vrije uitloop, scharrel- en kooibedrijven. Onze kippen staan niet in de wachtrij bij de dokter voor een pilletje van dit of een spuitje van dat. Onze kippen gaan antibioticavrij door het leven dus kan er wel eens eentje sterven door ziekte.
De kippen lopen bij ons los en zijn bijzonder levendig. Dus kan het gebeuren dat ze inwendig een kwetsuur oplopen door ergens tegenaan te vliegen of ergens met een poot aan blijven hangen. Nee, ze vallen echt niet met honderden om in de stal. Als je ‘s nachts binnengaat, kun je dus altijd wel ergens een dode kip aantreffen. Die wordt de volgende ochtend door ons meegenomen, want werken doen we 7 dagen per week.
’s Nachts willen we graag slapen. De laatste weken gebeurt dit heel wat minder omdat we geluiden horen. We slapen niet vast, je denkt zouden ze er nu zijn? De hond blaft, je denkt zou ik er nu uit moeten? Ik wil ze voor geen geld van de wereld mislopen, maar ik heb de puf niet, en dat begint te slopen. Voor de buitenwereld zijn activisten misschien mensen waar je niet te veel aandacht aan moet schenken, voor ons boeren is het meer dan dat. En dat allemaal alleen omdat je voedselmaker bent?
Tekst: Wim Smits
Beeld: Susan Rexwinkel, Wim Smits