Fors minder vleeskuikens met Campylobacter besmet

Dat blijkt uit cijfers van Nepluvi, zegt plaatsvervangend algemeen secretaris Mark den Hartog van Nepluvi. „Als we kijken naar het percentage Campylobacter negatief aangevoerde koppels bij Nederlandse slachterijen, dan zijn dit de cijfers”:
47,0 procent in 2011;
50,7 procent in 2012;
53,7 procent in 2013;
51,2 procent in 2014;
56,9 procent in 2015;
55,5 procent in 2016;
60,2 procent in 2017.

„Het is goed om te zien dat het percentage negatief aangevoerde koppels stijgt. Het blijft lastig om causaliteit hiervoor aan te tonen, maar we hopen dat de inzet van de sector om zo hygiënisch mogelijk te werken hier een positieve invloed op heeft”, concludeert Den Hartog.

Inzet van de sector

Vanuit de Nederlandse pluimveesector wordt al enige tijd ingezet op de terugdringing van Campylobacter. Den Hartog: „Slachterijen zijn continue bezig om verdere verbeteringen door te voeren in het slachtproces, bijvoorbeeld door de toevoeging van extra was-stappen. Hier proberen slachterijen het optimum in te bereiken.”

„Aangezien Campylobacter van pluimvee als bron via verschillende transmissieroutes zich naar de mens kan verplaatsen, bijvoorbeeld via oppervlaktewater of via direct contact, is er ook in de primaire sector steeds meer aandacht met als doel het aantal Campylobacter positieve koppels te reduceren. We zien dat het percentage in Nederland geslachte Campylobacter positieve koppels de laatste jaren daalt.”

Humane ziektegevallen Campylobacter gedaald

„Het aantal humane ziektegevallen in Nederland door Campylobacter is in 2017 met 13 procent gedaald en in 2016 daalde dit al met 12,9 procent, terwijl het aantal humane Europese ziektegevallen door Campylobacter de afgelopen jaren gezien stabiel bleef. Dit doet Nederland goed.”

„Niet alleen de pluimveesector neemt haar verantwoordelijk. Ook de humane sector is hierin belangrijk, bijvoorbeeld door terughoudende te zijn met het voorschrijven van maagzuurremmers. Dit lijkt zeker een belangrijk aspect te zijn in de dalende cijfers. Alles bij elkaar zien we een daling van het aantal Nederlandse Campylobactergevallen en deze positieve ontwikkeling mag benoemd worden.”

Salmonella

Daarnaast blijkt uit afgelopen week verschenen rapportages van de EFSA en het RIVM dat het aantal humane Salmonella besmettingen vanuit pluimveevlees klein is in vergelijking met diverse andere (dierlijke) bronnen.

„Het is bijzonder dat veel mensen met name kip associëren met humane Salmonella besmettingen”, zegt Den Hartog. „Als je kijkt naar de cijfers van het RIVM dan blijken andere (dierlijke) bronnen een veel grotere bijdrage te leveren en dan zie je dat de bijdrage van kip helemaal niet zo groot is.”