Column: Wij zijn gaaf!
Grumpy
Dat zelfde gevoel kreeg ik tijdens het avondprogramma op het Pluimveesymposium met de titel: Te gek om pluimveehouder te zijn!. Onder leiding van Felix Rottenberg moest de zaal er dit keer aan geloven. Nauwelijks in staat om te lopen door de rugpijn zat Rottenberg als Grumpy Cat ingezakt op een stoel sacherijnig het avondprogramma voor.
Vega
Vegaslager Jaap Korteweg kreeg veel ruimte om zijn inspirerende verhaal te doen. Hij is tenslotte erg succesvol met de introductie van, door een deel van het publiek als nepvlees betitelde vleesvervangers. Over de onderbouwing van zijn verhaal wordt niet gediscussieerd, hoewel een aantal van zijn uitgangspunten hiervoor zeker in aanmerking komen.
Zijn conclusie: over 20 jaar is het marktaandeel van vleesvervangers 80 procent wereldwijd. Ik vind het prima om op die manier geprikkeld te worden, maar het kan ook te ver gaan.
Discussie
Worden jullie hier niet bang van? vraagt Felix aan de zaal. Nie van hum, mar van zijn wijf wel, mompelt een van de aangeslagen kippenboertjes in de zaal, waarop door Rottenberg met een grom wordt gereageerd en met de opmerking dat we het wel netjes moet houden. De man durft zijn opmerking niet te herhalen. Over Marianne Thiemen wordt niet gesproken.
Concurrentie
Hebben jullie wel eens een foute beslissing genomen? Zijn jullie eigenlijk wel risicobereid? Hoeveel tijd besteden jullie aan innovatie? De intonatie is inmiddels wat hooghartig. Alle vragen van onze meestal zo bezielende gespreksleider zijn intimiderend. Jullie weten dat ik erg veel van jullie houd, zegt Rottenberg, maar nu vallen jullie me toch wel erg tegen. De zaal reageert nauwelijks meer.
Uit elkaar gespeeld
Waarom verliep deze avond uit op een complete tegenvaller? Ik denk dat we met zijn allen last hebben van twijfels. Een deel van de pluimveehouders heeft op de markt gereageerd door over te stappen naar langzaam groeiende kuikens en een ander deel niet. Nu komt de boodschap van Korteweg dat ook dat ons niet gaat redden, volgens hem stoppen we namelijk met vlees eten.
De belangen in de zaal zijn dus verdeeld. Iedereen is bezig met marktvragen, maar de belangen liggen niet meer op n lijn. We zijn elkaars concurrenten geworden. Niemand gaat in een zaal met concurrenten uitleggen wat zijn visie op de toekomst is. We zijn met succes uit elkaar gespeeld, terwijl we gebruik maken van dezelfde infrastructuur binnen de pluimveeketen.
Te gek?
Jammer, maar ik moest ook constateren dat we ons als sector hebben laten overrompelen door het succes van Korteweg, de PVDD en Wakker Dier. Het thema van het symposium had dan ook beter kunnen zijn: Je moet wel gek zijn om pluimveehouder te blijven.
Zo wil ik natuurlijk mijn column niet eindigen. Het is immers w leuk om in onze sector te werken en te ondernemen. De markt voor pluimveevlees wereldwijd groeit nog altijd sneller dat die van de vleesvervangers. Alle reden om optimistisch te blijven werken aan innovatie en verduurzaming. Kop op collegas!