Aandacht voor klimaat in de herfst
Voorkom tocht in de stal
De koude buitenlucht kan tocht veroorzaken. Zeker in voliestallen kunnen kippen hier last van hebben wanneer ze s avonds boven in de stal op de zitstokken gaan zitten. Ze zitten dan dicht bij de luchtstroom en ervaren de koude buitenlucht al gauw als tocht. Het is belangrijk dat de koude lucht goed opwarmt voordat deze bij de hennen komt. Met een juiste afstelling van de klimaatcomputer kun u dit realiseren.
Staltemperatuur niet te laag
De minimumtemperatuur in de stal mag niet te laag zijn. Door de staltemperatuur voldoende hoog te zetten wordt er rustiger geventileerd en zijn de temperatuurschommelingen kleiner. Verder kan het zinvol zijn om via een nachtcorrectie de staltemperatuur in de avond/nacht te verhogen. De kippen zitten op dat moment stil en hebben die warmte nodig.
Inlaatventielen afstellen
Om de koude luchtstromen te sturen zijn veel stallen voorzien van zomer- en winterkleppen. Controleer of de kleppen goed afgesteld staan. Door een goede afstelling stroomt de lucht langs het plafond. Hierdoor warmt de koude buitenlucht op voordat deze bij de kippen terechtkomt. Een hulpmiddel hiervoor is een onderdrukregeling. Zorg in de herfst voor een iets hogere onderdruk. Via een rookpatroon kunt u de luchtstroom controleren. Wanneer er geen winter- en zomerkleppen in de stal aanwezig zijn, kan het verstandig zijn om enkele kleppen dicht te zetten.
Geleidelijke temperatuurovergangen
Voor geleidelijke temperatuurovergangen moet de bandbreedte van de klimaatcomputer ruim afgesteld zijn. Het advies is om een bandbreedte van 5 graden aan te houden. Daarbij moet de minimumventilatie juist afgesteld zijn voor een juiste temperatuur. Zorg ook voor voldoende frisse lucht.
Advies of vragen?
Neem dan gerust contact op met Verkoopleider pluimvee Henno van den Bruinhorst, 06-55334277 of mail.