Vogelgriep-slachtoffer Hazenberg ontwikkelt viruswerend windbreekgaas
De prijsuitreiking van deze agrarische innovatiewedstrijd vond plaats in het Arnhemse Gelredome. Op 12 december 2017 stond de Friese pluimveehouder daar op het podium om de felicitaties in ontvangst te nemen op de kop af een jaar nadat op zijn bedrijf hoog pathogene H5N8 was vastgesteld. Als zijn 63.000 leghennen, verdeeld over drie stallen, werden geruimd.
In de weken dat de stallen leeg stonden, besloot Hans Hazenberg (1971) dat hij iets wilde dn. Hij wilde koste wat 't kost iets bedenken om het virus in de toekomst te weren al zou het risico maar 2 of 3 procent afnemen. Hij wist waar de eerste vijf dode kippen hadden gelegen: vlak bij een van de luchtkleppen. Van andere getroffen collega's wist hij dat de eerste slachtoffers ook vaak nabij de luchtinlaat werden gevonden. E veertje dat daar binnenkomt, kan wel tienduizenden virusdeeltjes bevatten, weet de Friese pluimveehouder.
Het besmettelijke vogelgriepvirus kan door de lucht worden verspreid via minuscule hoeveelheden besmette mest, of meeliften op stofdeeltjes of waterdruppeltjes. Hou maar eens een sigaar bij de luchtinlaat, dan kun je precies zien hoe het gaat. Ook de insleep van besmette mest via ratten en muizen vormt een risico.
Stallenbouw
Voordat Hazenberg pluimveehouder werd, werkte hij in de rundveehouderij in de stallenbouw. Daar wordt ook windbreekgaas gebruikt bij stallen met open zijgevels, zodat de ligboxen voor de koeien droog blijven, vertelt hij. Zo ben ik op het idee gekomen. Zijn vinding behelst een dubbel gordijn van geweven kunststof. Daartussen ontstaat een ruimte met stilstaande lucht. Bij vochtig, nevelig weer condenseert het water dan aan de buitenkant van het kleed.
Hazenberg vertelt dat hij bij vijf leveranciers proefkleden heeft opgevraagd en die aan de gevel gehangen. Samen met mijn vrouw heeft hij de proefstukken zelf getest. Ymkje ging er met een stoomcleaner voor staan, en ik ging achter het gaas liggen om te kijken achter welk soort gaas ik wel of niet nat werd.
10 cent per kip
Het beste gaas is nu strak langs de gevels van alle drie de schuren gespannen. Reken voor de kosten ongeveer 10 cent per kip, geeft Hazenberg aan. Het stof en vuil dat in het kleed blijft hangen, gaat er met een straal warm water eenvoudig weer af. Hij heeft het gaas nu n keer gereinigd; naar verwachting volstaat twee keer schoonmaken per jaar.
Omdat het voormalige vleeskuikenstallen zijn, zitten er nog luchtvochtigheidsmeters in. De innovatieve ondernemer ziet dat het nu veel minder vochtig is in de stal. Voorheen zaten we bij mistig, regenachtig weer wel eens op 90 tot 95 procent luchtvochtigheid. Tegenwoordig komen we niet boven de 70, 72 procent uit. De 4 meter scharrelruimte langs de zijgevels blijft ook een stuk droger. Dat scheelt ook een mooie slok op een borrel voor het mestdroogsysteem.
'Meten is weten'
De volgende stap is nu: wetenschappelijk onderzoeken of de vinding ook echt werkt. Meten is weten, zegt de pluimveehouder. Dineke Rietveld van het innovatieplatform Kip van Oranje maakte met hulp van Hilko Ellen (Wageningen Livestock Research) en Jeanet van der Goot (Wageningen Bioveterinary Research) een onderzoeksvoorstel. Binnen Avined zullen verschillende partijen zich over dit voorstel buigen.
Van collega-pluimveehouders krijgt Hazenberg inmiddels al positieve reacties. Al reageren die niet zozeer op de viruswerende werking als wel op de handige luikjes in het gaas, waarachter lokdozen met rattengif kunnen staan. Achter het gaas telt het als binnen in de stal, daar mag dus gif staan voor binnengebruik.
Luchtwasser
Zodra vaststaat met hoeveel procent het risico op het binnenhalen van het vogelgriepvirus wordt teruggedrongen met het dubbele windbreekgaas, wil de innovatieve pluimveehouder de volgende stap zetten. We willen tussen de twee gordijnen water laten stromen, als een soort luchtwasser. In de zomer werkt dat verkoelend en als er vogelgriep heerst, kun je er een virusdodend middel aan toevoegen om echt 90, 95 procent zekerheid te krijgen.
'Ik ben het gewoon gaan dn!'
Wat heeft hij, terugkijkend op het afgelopen jaar, geleerd van het innovatieproces? Hazenberg: Het was niet zozeer een leerproces, maar vooral een doe-proces. Ik ben het gewoon gaan dn, en al doende heb ik het systeem aangepast en steeds verder verbeterd.