Vergunning uitbreiding Coppens Diervoeding terecht verleend
In de afgelopen jaren kwamen diverse klachten van bewoners uit de ruime omgeving van het bedrijf over geuroverlast van mengvoer en visvoer. Half oktober 2014 stopte Coppens Diervoeding met de productie van visvoer. Vervolgens vroeg het bedrijf een vergunning aan om de productiecapaciteit van diervoeder te verhogen en om de hiervoor nodige verbouwingen uit te voeren. Er werd een extra (vierde) zogeheten perslijn aangelegd en de 3 bestaande schoorstenen die de verontreinigde lucht uitstoten, werden verhoogd en samengevoegd tot n schoorsteen. Een omwonende stapte naar de rechter om het onderdeel voor meer productie van de vergunning aan te vechten. Hij vreest voor meer geuroverlast.
Volgens de omwonende had Gedeputeerde Staten de vergunning niet mogen verlenen, omdat zij aan de verkeerde waarden in haar provinciale beleidsregel over geurhinder toetste. Er zou namelijk sprake zijn van een nieuwe situatie en daarom is een nieuwe vergunningsaanvraag op zijn plaats. Gedeputeerde Staten gaat uit van een combinatie van een bestaande activiteit en een nieuwe activiteit. De omwonende voert verder onder meer aan dat de handhavingsnormen moeten worden uitgedrukt in immissiewaarden en niet alleen in emissiewaarden, zoals Gedeputeerde Staten heeft gedaan. Emissie is de uitstoot van stoffen via in dit geval de schoorsteen, terwijl immissie de uitstoot is die terechtkomt op leefniveau in de omgeving van het bedrijf.
Gedeputeerde Staten vindt dat kan worden volstaan met alleen emissiewaarden, omdat zij zo dicht mogelijk bij de schoorsteen meet. Immissiewaarden meten is volgens Gedeputeerde Staten met het oog op adequate handhaving niet verstandig. Zij merkt daarbij op dat in dit geval de doorrekening van de emissies uit de schoorsteen naar de immissies op leefniveau, is getoetst en akkoord bevonden.
De rechtbank oordeelt dat Gedeputeerde Staten de aanvraag voor de vergunning terecht heeft getoetst aan de beleidsregel als een combinatie van een bestaande en een nieuwe activiteit. Hierbij kon Gedeputeerde Staten de aangevraagde vierde perslijn als nieuwe activiteit beschouwen en de 3 andere perslijnen als een bestaande activiteit. De omstandigheid dat nu sprake is van n schoorsteen in plaats van drie schoorstenen, leidt niet tot het oordeel dat de gehele fabriek als nieuwe activiteit moet worden beschouwd. Verder oordeelt de rechtbank dat de geurhinder maar uit n schoorsteen komt en Gedeputeerde Staten om die reden uit het oogpunt van handhaving mocht kiezen voor toetsing op basis van emissievoorschriften in plaats van immissievoorschriften.
Bron: Rechtspraak.nl