Fotoserie: Beoordeling van de conformatie bij vleeskuikenouderdieren
Het monitoren van gewicht en uniformiteit wordt regelmatig gedaan tijdens de opfok. Daarnaast is het monitoren van de ontwikkeling van de conformatie erg belangrijk. Op het moment van de lichtstimulatie moeten de dieren voldoende bevlezing en vetreserve hebben om een goede piekproductie en persistentie te bereiken.De opfok kan verdeeld worden in 4 verschillende fases, namelijk;
- In de 1e fase van 0-8 weken wordt met name de nadruk gelegd op de ontwikkeling van de organen en een uniform skelet.
- De 2de fase tussen 8-12 weken noemen we de onderhoudsfase waarin de groei gestaag toeneemt, maar waarin het gewicht onder controle wordt gehouden.
- De 3de fase tussen 12 -16 weken begint de puberteit en neemt ook de bevlezing en de algemene conditie van de dieren geleidelijk toe.
- De 4de fase tussen 16-20 weken neemt de groei versnelt toe, waarin de dieren verder seksueel ontwikkelen en worden ze gebracht in een uniforme bevlezing toestand zodat de vetaanzet kan plaatsvinden.
Beginontwikkeling
De eerste 7 dagen zijn erg belangrijk om een goede uniformiteit te verkrijgen. Hiervoor is het belangrijk dat er voldoende voer en water beschikbaar is met de juiste gevoelstemperatuur. 48 uur na opzet moet minimaal 95% van de kropjes gevuld zijn met voer en water. Door de genetische selectie is de voederconversie sterk verbeterd en daardoor is een kleinere hoeveelheid voer nodig om hetzelfde gewicht te bereiken. De voerverdeling in de stal is hierdoor erg belangrijk geworden. Om een goede uniformiteit te behouden moet het voer binnen 3 minuten verdeeld zijn in de stal. Een goede methode om de uniformiteit verder te verhogen is door de kuikens vanaf 3 weken in 3 groepen te verdelen; licht, middel en zware kuikens.
De kuikens kunnen vervolgens per gewichtsgroep gevoerd worden. Het is belangrijk om hier vroeg mee te starten, omdat in de eerste 8 weken de uniformiteit van de skeletgrootte bepaald wordt. Met name de kleinere dieren krijgen meer gelegenheid om voldoende voer op te nemen. Het is bekend dat kleinere kuikens langzamer eten dan grotere kuikens wanneer een zelfde hoeveelheid voer wordt gegeven. Het is aan te bevelen om de dieren de gehele opfok gescheiden in groepen te houden tot aan de productie van de dieren. De dieren mogen gedurende de opfok niet in uniformiteit achteruit gaan.
Het scoren van de bevlezing
De term conformatie geeft een indicatie hoeveel borstvlees de dieren hebben aangezet. De dieren moeten vanaf 12 weken voldoende bevlezing aanzetten om in de periode tussen 18-21 weken genoeg vetreserve op te bouwen om een goede piekproductie en persistentie te behalen. Tijdens de opfok doorlopen de dieren verschillende stadia van bevlezing, zie tabel 1. In de eerste 4 weken willen we meer een rond type borst zien. In de onderhoudsfase willen we scherpe borst zien, type 2. Vanaf 12 weken moet dit geleidelijk verhogen naar type 2 - 3 op 16 weken en type 3- 4 op 20 weken.
Figuur1: Overzicht van de verschillende bevlezing gradaties (klik hier voor figuur 1).
- Dier met te weinig borstconformatie, ongewenst niveau.
- Conformatie voor dieren op 12 weken leeftijd.
- Conformatie voor dieren tussen. 12-25 weken.
- Conformatie voor dieren tussen 19-25 weken.
- Dieren met teveel borstvlees, ongewenst niveau
Methode van het bepalen van de borstconformatie
Om de juiste beslissing te maken tijdens de verschillende fases is een nauwkeurige conformatie bepaling belangrijk. Hoe moet een conformatiebepaling plaatsvinden?Neem een representatief aantal dieren van de koppel, minimaal 50 stuks. Doe dit met een vanghek en alle dieren in het vanghek moeten meegenomen worden in de bepaling. De geselecteerde dieren moeten op een representatieve plaats in de stal genomen worden bijvoorbeeld in het midden van de stal. Ieder geselecteerd dier moet individueel gescoord worden en ingedeeld worden in een groep. Op het einde heb je dan een representatief gemiddelde van het koppel. Een goede methode is om dit gelijktijdig met het wegen van de dieren te doen
De dieren in de juiste conformatie brengen
Op 12 weken is het skelet voor meer dan 90% bepaald. Vanaf dat moment moet de bevlezing bij de dieren geleidelijk toenemen. Alleen het gewicht monitoren is niet voldoende. Door de jaren heen zijn meer management hulpmiddelen toegevoegd om de conditie van de dieren goed te beoordelen. Naast het gewicht en uniformiteit zijn nu ook bevlezing, vetreserves en bevedering hiervan een onderdeel geworden. De reden hiervan is dat het genetisch potentieel enorm is toegenomen maar de groeicurves tijdens de opfok nauwelijks zijn veranderd. De dieren worden tijdens de opfok nu relatief meer beperkt dan het onbeperkte genetisch potentieel. De beperking in de opfok is noodzakelijk om het gewicht te controleren. Het gevolg hiervan kan zijn dat individuele dieren hierdoor onvoldoende aminozuren, energie, vitaminen of mineralen toegediend krijgen. Dit kan een negatief effect hebben op de ontwikkeling van de bevedering en conformatie van de dieren.
De karkasgrootte heeft een grote invloed op de conformatie. Twee dieren met hetzelfde gewicht maar welke in karkasgrootte verschillen zullen een andere conformatie laten zien. Het kleinere dier zal meer bevlezing hebben dan het grotere. Om te weten of de dieren de juiste bevlezing hebben moeten ze gedurende de opfok verschillende keren beoordeeld worden. De beste leeftijden zijn, 12, 16, 19 en 21 weken. Hoe groter het aantal dieren wat beoordeeld wordt, hoe nauwkeuriger.
Tabel 1: Bevlezing condities van hennen in opfok. (klik hier voor tabel 1)
De tabel is een richtlijn. Het is belangrijk om vroeg te starten zodat tijdig bijgestuurd kan worden indien dit nodig is.
Het moment van lichtstimulatie in het begin van de productie wordt bepaald door het gewicht, uniformiteit van het koppel, conformatie en vetreserves. Dieren welke met licht gestimuleerd worden en onvoldoende conformatie en vetreserves hebben zullen geen goede piek productie en persistentie laten zien. Door verschillende onderzoekers is beschreven dat de hoeveelheid abdominaal vet in vleeskuikenouderdieren is afgenomen van 3.3% tot 0.5% in de afgelopen 20 jaar. Voldoende eiwit- en energieopname in de eerste 12 weken leggen hiervoor een goede basis. Voersamenstellingen moeten geformuleerd worden in relatie tot het lichaamsgewicht en de hoeveelheid te verstrekken voer. Het is erg belangrijk om de informatie vanuit de stal, zoals de conformatie en bevederingsconditie terug te koppelen naar de nutritionisten zodat zij weten of de voersamenstelling correct is voor de dieren.
Tracht op 12 weken dieren te hebben met een goede #2 score. Wanneer ze een lage #2 score hebben zullen de dieren meer te leiden hebben van een olie-vaccinaties rond de 10-12 weken. De kans dat het borstbeen geraakt wordt is ook groter. Deze dieren zijn vaak op 16 weken leeftijd ook achter in ontwikkeling.
De periode tussen 16-20 weken is een belangrijke periode voor de dieren om voldoende abdominaal vet op te bouwen. De dieren moeten in deze periode tussen de 33-38% in gewicht toenemen. Dieren mogen in deze leeftijd nooit teruggebracht worden naar de norm. Als een dier 100 gram te zwaar is op 16 weken moet deze ook 100 gram te zwaar zijn op 20 weken.
Bepaling van de lichtstimulatie
De dieren mogen met licht gestimuleerd worden wanneer ze voldoende lichaamsconformatie hebben en vetreserve. Op het moment van de lichtstimulatie willen we dieren zien die voldoen aan de volgende criteria:
Gemiddeld lichaamsgewicht van 2.3 kg
- > 95% van de dieren moet een conformatie hebben tussen # 3 - #4 (meerderheid van #3)
- > 90% van de dieren moet vet op de legbeentjes hebben
- Wanneer de hennen niet voldoen aan deze voorwaarden moet de lichtstimulatie met 1 week worden uitgesteld
Tabel 2 en 3 zijn twee praktijk voorbeelden welke gealueerd waren op 21 weken. Bij het koppel uit tabel 2 is de lichtstimulatie met 1 week uitgesteld. Teveel dieren hadden een conformatiescore van #2 en de vetscore welke lager was dan 90%. Op 22 weken voldeed het koppel wel aan de voorwaarden en is het met licht gestimuleerd. Uiteindelijk heeft de koppel uit tabel 2 een piekproduktie behaald van 86,7%. De koppel uit tabel 3 voldeed op 21 weken wel aan de voorwaarden en is direct met licht gestimuleerd. Deze koppel bereikte een piekproductie van 88,2%.
Tabel 2: praktijkvoorbeeld van een conformatiescore op 21 weken (klik hier voor tabel 2)
Tabel 3: Praktijk van een conformatiescore op 21 weken (klik hier voor tabel 3)
De opfokperiode is zeer bepalend voor het aantal broedeieren in de productie zowel voor piekproductie als persistentie. Op het moment van lichtstimulatie moeten de dieren de juiste conformatie hebben en voldoende vet op de legbeentjes. Het beoordelen van de conformatiescore gedurende de opfok is hiervoor een belangrijk hulpmiddel.