Wormenbestrijding bij legkippen
De belangrijkste wormen die we bij legkippen aantreffen zijn de grote spoelworm (Ascaridia galli), kleine spoelworm (Heterakis gallinae), haarworm (Capillariae) en de grote lintworm (Raillietina). Bij de bestrijding van wormen is het belangrijk te weten hoe de levenscyclus van de parasieten verloopt.
Levenscyclus wormen
De ronde wormen bij de kip (spoel- en haarwormen) hebben een directe cyclus: als de wormeieren door de kip worden opgenomen, komt de larve vrij en begint de zwerftocht van de verschillende stadia van de parasiet door het maagdarmkanaal van de kip.
De lintwormen hebben een indirecte cyclus: de wormeieren ontwikkelen zich tot larve in een tussengastheer zoals kevers en vliegen. De kip pikt deze tussengastheer op, waarna de larve vrijkomt in de darm van de kip. Hij haakt zich vast aan de darmwand en kan uitgroeien tot een volwassen worm.
De tijd tussen de opname en het weer uitscheiden van wormeieren wordt de preparente periode genoemd. Deze periode verschilt per wormsoort en is belangrijk bij het bestrijden van de wormen, zie de onderstaande tabel.
Preparente periode
Grote spoelworm: 28-56 dagen
Kleine spoelworm: 21-30 dagen
Haarworm: 21-28 dagen
Grote lintworm: 14-21 dagen
Schade aan darmslijmvlies
De schade door wormen kan worden omschreven als beschadiging van het darmslijmvlies, waardoor er een verminderde opname van voedingsstoffen plaatsvindt. Bij een massale besmetting kan een darmopstopping optreden door een kluwen van wormen. Verder is de kleine spoelworm het transportmiddel van de Histomonas-kiem die Blackhead kan veroorzaken. Daardoor kan deze vrij onschuldige kleine spoelworm toch tot grote schade leiden.
Natuurlijke afweer
Indien een kip enige tijd met wormen besmet is geweest, kan het weerstand opgebouwd hebben. De besmetting kan zo op een laag niveau blijven. De afweer zorgt ervoor dat de wormen minder eieren produceren en dat de preparente periode langer wordt. Maar bij een te zware infectiedruk is deze natuurlijke weerstand niet meer in staat bescherming te bieden.
Mestonderzoek en sectie
Het beoordelen van de ernst van een wormbesmetting kan op twee manieren plaatsvinden: door mestonderzoek en door sectie op de kippen. Met mestonderzoek kan worden vastgesteld hoeveel wormeitjes er per gram mest aanwezig zijn. Dit kan een maat zijn voor de wormbesmetting. Wees er bij de interpretatie van de gegevens wel zeker van dat er een representatief monster is genomen van verse mest verspreid over het hele hok; want tijdens de preparente periode kunnen er wel wormen zijn, maar nog geen eitjes worden geproduceerd! Als er sectie op de kippen wordt verricht moet dit niet alleen bij de zwakste dieren worden gedaan, maar op een gemiddelde van de koppel en zeker niet op dode dieren.
Bestrijding
Voor een goede bestrijding van wormen op legbedrijven is het belangrijk een goede bestrijdingsstrategie op te stellen. Naast de bestrijding moet ook de preventie van de insleep van wormen niet worden vergeten. Bespreek met uw dierenarts en uw speciallist pluimvee wat het beste bestrijdingsprogramma van de wormen op uw bedrijf is.
Neem voor meer informatie contact op met Jan van Os, 06-22503851.
Tekst: Jan van Os, AgruniekRijnvallei