Mestverwerkingsplicht, wat betekent dit voor uw pluimveebedrijf?
Hoe berekent u uw overschot?
Het bedrijfsoverschot in kg fosfaat wordt bepaald door de stalbalans (fosfaatproductie). Hier mag de plaatsingsruimte op eigen grond vanaf getrokken worden. Bij de berekening van het bedrijfsoverschot moeten de mestvoorraden buiten beschouwing worden gelaten. Een deel van het bedrijfsoverschot moet verwerkt worden. De verwerkingspercentages voor de verschillende concentratiegebieden voor 2014 zijn:
- oost 15%
- zuid 30%
- overig 5%.
Invulling van de mestverwerkingsplicht kan op verschillende manieren:
- U kunt een mestverwerkingsovereenkomst afsluiten. Dit kan door rechtstreekse afvoer of door het afsluiten van een driepartijenovereenkomst.
- U kunt een vervangende verwerkingsovereenkomst (VVO) afsluiten.
Wanneer u uw bedrijfsoverschot binnen 20 km van uw bedrijf kunt plaatsen, bent u vrijgesteld van de verwerkingsplicht. Voorafgaand aan het mesttransport moet een regionale mestafzet overeenkomst (RMO) worden opgesteld.
Rechtstreekse afvoer met code 61
Bij rechtstreekse afvoer is het van belang dat op het VDM (Vervoersbewijs Dierlijke Mest) staat dat de mest is afgevoerd met opmerkingscode 61. Dit is voor de controlerende instantie RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland) het bewijs dat de mest is verwerkt. De meeste afnemers van de mest (zowel DEP als exporteurs) vermelden dit al goed op het VDM. Neem maatregelen wanneer dit nog niet goed gebeurd.
Driepartijenovereenkomst en VVO
Als u niet aan de verwerkingsplicht voldoet, kunt u een driepartijenovereenkomst met uw intermediair afsluiten. Ook kunt u kiezen voor een vervangende verwerkingsovereenkomst (VVO) met een collega-pluimveehouder die meer mest heeft laten verwerkt dan waartoe hij wettelijk verplicht is. De verwerkingsplicht van veehouder A wordt dan overgenomen door veehouder B. Dit betekent dat veehouder A de kilogrammen fosfaat niet hoeft te verwerken maar wel elders af moet zetten. Er vindt geen levering plaats tussen A en B. De VVO moet vr 31 december 2014 afgesloten worden en gemeld zijn bij RVO.
Overeenkomst met varkens-/rundveehouders
Pluimveehouders worden regelmatig benaderd door varkens- of rundveehouders die een VVO willen afsluiten. Dit is niet mogelijk omdat veehouders met overwegend pluimvee geen VVO mogen afsluiten met veehouders die overwegend andere diersoorten houden. Tussen pluimveehouders onderling kunnen wel VVOs worden afgesloten. Het is wel mogelijk dat uw intermediair een driepartijenovereenkomst opstelt met uw (verwerkte) pluimveemest en de mest van een varkens-/rundveehouder. Laatstgenoemde heeft dan wel een leveringsplicht aan de intermediair.
Bemiddeling in VVOs
AR Bedrijfsontwikkeling gaat bemiddelen in VVOs. AR Bedrijfsontwikkeling wil dit op dezelfde manier doen als de handel in varkens- en pluimveerechten en melkquotum. Er worden momenteel contacten gelegd met aanbieders van VVOs. U kunt het aantal gewenste kilogrammen fosfaat doorgeven aan Ko van Schaik. Daarnaast hebben wij voor het boer-boertransport een RMO opgesteld, die door leverancier en afnemer ondertekend moet worden en bewaard moet worden in de mestboekhouding. Neem voor informatie contact op met Ko van Schaik, adviseur AR Bedrijfsontwikkeling, mobiel 06-55851253.
Tekst: Ko van Schaik, AR Bedrijfsontwikkeling