'Pluimveesector al eind op weg met kringlooplandbouw'

Tot die conclusie kwam Hugo Bens, leghennenouder, LTO/NOP vakgroep bestuurder en kringvoorzitter Leg donderdag 11 oktober tijdens de Pluimveerelatiedag in Veenendaal. In pluimveevoer gebruiken we veel reststromen uit de voedingsindustrie. Daarnaast wordt 93 procent van de Nederlandse pluimveemest afgezet buiten het Nederlandse landbouwareaal. Van een derde van de Nederlandse pluimveemest maken we groene energie. Bovendien groeit de korrrelmestmarkt wereldwijd. Nederlandse pluimveemestkorrels worden bijvoorbeeld afgezet in Burkina Faso om de bodemvruchtbaarheid in dat Afrikaanse land te verbeteren.
Bens zei dit na afloop van de presentatie van Marjolijn Sonnema, directeur-generaal Agro en Natuur, van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Ze is de rechterhand van minister Schouten.
Kringlooplandbouw zelf invullen
Sonnema zei dat iedere sector kringlooplandbouw, de nieuwe landbouwvisie van minister Schouten, zelf in moet vullen en dat het ministerie van LNV vooralsnog niet met harde eisen komt. Bens concludeerde daarop dat de pluimveesector al een heel eind op weg is. Hij vroeg hoe Sonnema groot die kringlopen mogen zijn.
Sonnema gaf daarop aan dat de kringlopen op allerlei schaalniveaus kunnen plaatsvinden; niet alleen regionaal, nationaal of in Europa maar ook mondiaal. Nederlandse pluimveemestkorrels afzetten in Burkina Faso is in die zin dus ook kringlooplandbouw.
Ga in gesprek
Voor het behoud van de pluimveesector in Nederland is draagvlak cruciaal. Een aantal maatschappelijke organisaties is kritisch over het reilen en zeilen in de Nederlandse pluimveehouderij. Sonnema adviseerde de pluimveesector om niet af te wachten maar het gesprek aan te gaan, ook met organisaties die kritisch zijn over de sector. Door als sector het gesprek met maatschappelijke organisaties en overheid aan te gaan, kan de sector komen tot goede plannen en een toekomstbestendige pluimveehouderij, denkt Sonnema.
LTO/NOP-voorzitter Eric Hubers reageerde dat de sector al regelmatig praat met maatschappelijke organisaties. We kunnen als sector echter nooit aan alle maatschappelijke wensen voldoen. Maatschappelijke organisaties hebben niet alle wijsheid in pacht. De wetenschappelijke onderbouwing is buitengewoon belangrijk. De Nederlandse overheid moet deze wetenschappelijke onderbouwing gebruiken bij het maken van wet- en regelgeving, adviseerde Hubers aan Sonnema.
Boeren verdienen te weinig
Sonnema gaf in haar presentatie ook aan dat boeren te weinig verdienen en de burger het voedsel te weinig waardeert. In eigen land krijgt de landbouw regelmatig kritiek, maar in het buitenland ziet men het Nederlandse landbouwmodel als voorbeeld.
De nieuwe landbouwvisie van minister Schouten moeten leiden tot eerlijkere prijzen en een rechtvaardiger verdienmodel voor boeren. Hogere kosten voor de boeren moeten leiden tot hogere prijzen, zei ze. Het ministerie van LNV is hierover in gesprek met het CBL, de belangenbehartiger voor alle Nederlandse supermarkten. Al gaf ze aan dat dit nog niet zo makkelijk te organiseren is. Bovendien wil het ministerie van LNV belemmeringen in wet- en regelgeving wegnemen, vertelde Sonnema.
Voortvarend gehandeld
Na de vondst van fipronil heeft de eierketen voorvarend gehandeld, zei Sonnema. Hiermee verwees ze naar de conclusie van het fipronilrapport van de commissie Sorgdrager. Wees als sector bewust bezig met garanderen van voedselveiligheid, adviseerde ze de sector.