Rabobank: Aandeel kipconcepten groeit van 7 naar 20 procent

De meeste landen zoals Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Denemarken, Zweden en Belgikiezen ervoor conceptkip als keuzemogelijkheid aan consumenten in de supermarkt aan te bieden. Duitsland en Nederland kiezen er echter voor om in supermarkten alleen nog conceptkip te verkopen. De Rabobank verwacht dat meer landen dit voorbeeld zullen volgen.
Ook foodservice en -processing geven ruimte voor groei in de conceptmarkt, volgens de bank. Het grootste deel van de markt blijft echter reguliere kip, waarbij de houderijstandaarden op een hoger niveau komen te liggen.
Gematigd positief
Dat schrijft de bank donderdag 4 oktober in haar toekomstvisie voor de Nederlandse vleespluimveesector. De bank is gematigd positief over het toekomstperspectief voor de Nederlandse vleespluimveesector.
De vraag naar pluimveevlees stijgt de komende jaren met 10 tot 15 procent in de EU en 30 tot 35 procent wereldwijd, zegt Jeroen van den Hurk, sectorspecialist pluimvee van de Rabobank. In Nederland zijn de groeimogelijkheden voor vleeskuikenhouders beperkt vanwege de aanwezigheid van pluimveerechten. Bovendien neemt de concurrentie uit Polen en andere Oost-Europese landen toe.
Naar 550 vleeskuikenbedrijven in 2025
Door de komst van vleeskuikenconcepten groeide het aantal vleeskuikenbedrijven de afgelopen jaren van 600 naar 630 met een gemiddelde omvang van 76.500 kuikens.
Nu de vraag naar conceptkuikens is ingevuld, verwacht de bank dat het aantal bedrijven, door de toenemende concurrentie op kostprijs, de komende jaren daalt naar 550 in 2025. De gemiddelde omvang zal dan tussen de 85.000 en 90.000 vleeskuikens liggen, schat de bank.
Ketensamenwerking moet beter
De samenwerking tussen ketenpartijen moet beter, vindt Van den Hurk. De keten van pluimveevlees is nu vooral logistiek geoptimaliseerd. Er is te weinig echte binding tussen de ketenpartijen waarbij kennis, data en marge wordt benut in het voordeel van de keten en niet voor individuele partijen.
We moeten toe naar een vorming van kortere ketens die samenwerken om specifieke marktsegmenten te bedienen. Het verbreden van de samenwerking zorgt voor een steviger perspectief en dat is nodig omdat de concurrentie toeneemt. Pluimveehouders moeten bereid zijn mee te gaan in deze veranderingen, stelt Van den Hurk.