Schouten wil wetgeving insecten voor pluimvee-voer aanpassen
Die wettelijke belemmeringen vloeien volgens de minister voor een belangrijk deel voort uit Europese regelgeving waarin nog geen rekening wordt gehouden met deze relatief nieuwe sector. Het is met name daar waar het ministerie een belangrijke taak kan vervullen. Uit de RDA-zienswijze blijkt dat het doel moet zijn om de verschillende onderdelen in de keten beter te laten samenwerken, de uitwisseling van kennis te verbeteren en wet- en regelgeving waar nodig aan te passen. Schouten denkt net als de RDA dat er behoefte is aan een integrale samenwerking op meerdere terreinen.
Sector zelf verantwoordelijk
De insectensector is naar de mening van Schouten en de RDA de eerstverantwoordelijke bij het benaderen van de verschillende vraagstukken. Zij is als eerste aan zet om ontwikkelingen te stimuleren, maar ook om het publiek transparant, objectief en tijdig te informeren over de voor- en nadelen van productie en gebruik van ongewervelde dieren. Het gaat dan met name om de gezondheidsrisicos voor mens en dier, de milieueffecten in vergelijking tot andere alternatieve agrarische sectoren en vraagstukken rond het welzijn van insecten.
Uit de RDA-zienswijze valt verder op te maken dat Nederland waarschijnlijk aan de vooravond staat van een sterke groei van het gebruik van insecten als productiedier. Of dat ook gaat gebeuren, zal afhangen van meerdere factoren waaronder de kostprijs, risicobeheersing en maatschappelijke acceptatie. De RDA geeft aan dat het om een integraal vraagstuk gaat met veel verschillende aspecten.
Europese wetgeving
Snelle aanpassing en samenwerking voor productie en gebruik van insecten is gewenst, omdat het een veelbelovende alternatieve bron kan zijn voor hoogwaardige eiwitten. Die eiwitten kunnen vooral worden gebruikt in diervoeders, waar varkens en kippen behoefte hebben aan dierlijke eiwitten. Op dit ogenblik wordt in Europees verband onderzocht of diermeel afkomstig van insecten ook verwerkt mag gaan worden in voer voor kippen en varkens. De discussie daarover op Europees niveau wordt gevoerd in het Standing Committee for Plants, Animal Health, Food and Feed (SCOPAHFF).
Nederland heeft aangegeven binnen bepaalde randvoorwaarden voorstander te zijn van die uitbreiding. Deze randvoorwaarden hebben onder meer te maken met strikte eisen aan het substraat waarop de insecten groeien en eisen aan de bioveiligheid van het uiteindelijke product.