Reageren op regeling luchtkwaliteit en fijnstof mogelijk
Door de wijziging wordt bij veehouderijen in bepaalde gevallen een meer gedetailleerde cumulatieve berekening van de concentratie van fijnstof (PM10) verplicht. Hiermee worden gegevens voor een individuele toetsing gelijk getrokken met de gegevens voor het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Hierdoor worden volgens het ministerie mogelijke knelpunten eerder onderkend.
Het belangrijkste doel van de wijziging is dat wordt tegengegaan dat pas uit de jaarlijkse monitoring in het kader van het NSL nieuwe knelpunten, ofwel overschrijdingen van de grenswaarden voor fijnstof, naar voren komen. Hiermee worden mogelijke knelpunten eerder onderkend en wordt het bevoegd gezag niet pas bij de monitoring in het kader van het NSL met nieuwe overschrijdingen geconfronteerd.
Nauwelijks overschrijding grenswaarden
Hoewel in de intensieve veehouderijgebieden de uitstoot van fijnstof hoger kan liggen dan gemiddeld in Nederland, zit de emissie in het algemeen onder de Europese norm of grenswaarden. Slechts op enkele locaties, ook in sommige niet veehouderijgebieden, ligt de uitstoot boven de gestelde norm. Uit de Internetconsultatie en wijziging zouden er dus theoretisch weinig knelpunten moeten voor komen.
De Europese norm voor PM10, grote stofdeeltjes en de focus van alle onderzoeken, heeft twee grenzen. Een jaargemiddelde aan fijnstof onder 40 microgram per kubieke meter lucht en een dagnorm van 50 microgram per kubieke meter, die niet meer dan 35 keer per jaar overschreden mag worden. De normering van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) ligt iets scherper namelijk 20 microgram als jaarlijks gemiddelden en 50 microgram als hoogste dagnorm.
Omgevingsvergunning
Het ministerie hoopt met de voorgestelde wijziging dat een eventuele overschrijding van de grenswaarden of normen voor fijnstof tijdig wordt onderkend en kan worden voorkomen. Voor gemeenten en provincies geldt dat bij het beoordelen van een aanvraag om een omgevingsvergunning extra gegevens moeten worden ingevoerd bij de beoordeling of aan de grenswaarden voor fijnstof wordt voldaan. Ook bij andere besluiten, zoals het bestemmen van een plattelandswoning, kan dit volgens het ministerie nodig zijn. Veehouders kunnen bij de aanvraag om een omgevingsvergunning milieu of beperkte milieutoets worden geconfronteerd met beperkingen wat betreft de oprichting of uitbreiding van de veehouderij vanwege de emissie van fijnstof. Voor omwonenden heeft de wijziging tot gevolg dat zij beter beschermd worden tegen de gevolgen van de emissie van fijnstof vanuit veehouderijen.
Reageren
Belangstellenden en belanghebbenden kunnen bij hun reactie de gehele concept-wijzigingsregeling en toelichting betrekken. De reactie kun men tot en met 18 september 2018 indienen. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat bekijkt de opmerkingen zorgvuldig en tracht hiermee waar mogelijk de wetgeving te verbeteren.
Geteresseerden kunnen hetconcept van de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007(Rbl) hier inzien en via deze link reageren op de voorgestelde wijziging voor van de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 (Rbl).