'Antibioticagebruik in opfok moet omlaag'
Dat zegt Erik de Jonge van Avined. Hij codineert binnen de pluimveekoepelorganisatie de antibiotica aanpak. Het antibioticagebruik in de opfok bij fok- en opfok vermeerderingsdieren (vlees) bedroeg in 2014, 2015, 2016 en 2017 respectievelijk 16,02, 12,77, 12,17 en 14,06 per dierplaats per jaar (DDDAs.) Hiervan was vorig jaar 0,99 DDDAs een derde keus middel en 4,66 DDDAs een tweede keus middel.
Wisselende kuikenkwaliteit
Het derde keus middelen gebruik is fors verlaagd in de opfok, maar het blijft relatief hoog. We gaan nu opnieuw met diverse partijen zoals fokkerij organisaties, dierenartsen en opfokkers in gesprek hoe we het antibioticagebruik, waaronder het gebruik van derde keus middelen kunnen verlagen, vertelt De Jonge. Dat het lastig is om het antibioticagebruik in de opfok te verlagen, betekent niet dat er geen stappen gezet moeten worden.
Veel opfokkers klaagden de afgelopen jaren over de wisselende kuikenkwaliteit van Ross waardoor met name de uitval in de eerste week hoog is. De Jonge denkt dat fokkerij organisaties de kuikenkwaliteit kunnen verbeteren, maar dit zal tijd kosten. Opfokkers zullen qua management ook nog stappen moeten zetten om het antibioticagebruik te verlagen, zegt De Jonge. En aan de dierenartsen wordt gevraagd wat er nodig is om het gebruik van enrofloxacine nog verder te kunnen beperken.
Gebruik minder derde keus middelen
Net als in de opfok van vleeskuikenouderdieren moet ook het gebruik van derde keus middelen bij kalkoenen omlaag. Uit de Maran rapportage blijkt dat de antibioticaresistentie omlaag gaat wanneer er minder derde keus middelen worden ingezet, vertelt De Jonge. De sector moet ook op dit punt stappen zetten.
Avined publiceerde vrijdag 6 april het jaarlijkse rapport over het antibioticagebruik in de pluimveesector in 2017 op haar website. In het rapport staan uitgebreide gegevens over het antibioticagebruik bij alle bedrijven in de vleeskuikensector, de legsector en de kalkoensector.
Vleessector
- Het gebruik van antibiotica bij vleeskuiken in 2016 was 10,08 DDDAS en is met 4 procent gedaald vergeleken met 2016. Het gebruik van derde keus middelen is met ruim 50 procent gedaald naar 0,08 DDDAS.
- Het gebruik van antibiotica bij productie fok- en vermeerderingsdieren is relatief laag met 3,22 DDDAS. Het gebruik is licht gedaald ten opzichte van 2016. Het derde keus middelengebruik bedroeg 0,45 DDDAS en was ook lager dan in 2016.
- Bij opfok fok- en vermeerderingsdieren was het gebruik 14,06 DDDAS. Dit is 13 procent hoger dan in 2016. Het derde keus middelen gebruik bij opfokbedrijven is gedaald met 39 procent naar 0,99 DDDAS.
Legsector
Het gebruik van antibiotica op alle pluimveebedrijven in de legsector in 2017 was met 1,22 DDDAS laag en lag nagenoeg op hetzelfde niveau als in 2016 (1,21 DDDAS). Het gebruik van derde keus middelen in de gehele legsector in 2017 was uiterst beperkt (0,01 DDDAS).
Kalkoensector
Het gebruik van antibiotica op kalkoenbedrijven in 2017 was 21,54 DDDAS. Dit is een daling van 21 procent ten opzichte van 2016. Ten opzichte van 2011 is er een reductie van 70 procent, gerekend met de oude rekenmethode (DD/DJ). Het derde keus middelen gebruik liet in 2017 een daling zien van 20 procent, en bedraagt 2,08 DDDA S.
Antibiotica aanpak
In de antibiotica aanpak van de pluimveesector zijn per deelsector maatregelen geformuleerd, gericht op het terugdringen van het antibioticagebruik in het algemeen of specifieke antibiotica in het bijzonder (derde keus middelen, colistine). De basis van de aanpak is dat antibiotica ingezet moeten kunnen worden, indien nodig, maar dat het gebruik van antibiotica zo laag mogelijk moet zijn, zegt De Jonge.
Maatregelen mogen niet ten koste gaan van dierenwelzijn en diergezondheid. Er is speciale aandacht voor het relatief hoge derde keusmiddelengebruik bij opfok fok- en vermeerderings-bedrijven en kalkoenbedrijven.