Pluimveebedrijven gezocht voor project aanpak van vogelmijt
Dat zegt Monique Mul. De onderzoekster doet al jarenlang onderzoek naar bloedluizen bij leghennen en is de bloedluisspecialist van Wageningen UR. We denken dat Integrated Pest Management (IPM) een methode voor getegreerde plaagdier beheersing, die in de tuinbouw al op grote schaal wordt toegepast een uitstekende methode is om vogelmijten bij pluimvee effectief en duurzaam te bestrijden, zegt Mul.
IPM is gericht op preventie, meten van de vogelmijtpopulatie, bepalen van een geschikt behandelmoment en bij voorkeur het gebruik van niet-chemische middelen, vertelt Mul. Chemische middelen moeten alleen als laatste redmiddel worden ingezet. Vervolgens moet je gaan evalueren wat het effect is van de preventie, de maatregelen, methoden en middelen.
IPM voor vogelmijt op pluimveebedrijven
Wageningen Livestock Research en Poultry Expertise Centre staan aan de vooravond van de start van het project. Het project is erop gericht deze IPM-methode in de legsector te implementeren en verder te ontwikkelen waardoor de kans op resistentie en residuen wordt beperkt en de plaag effectief wordt aangepakt .
Voor het project zoekt Mul 20 bedrijven met (opfok)leghennen die als proefbedrijf vogelmijten volgens de IPM methode willen bestrijden en 10 bedrijven die deel willen nemen als controle bedrijf. De onderzoekster heeft het liefst bedrijven uit de provincie Gelderland omdat de provincie Gelderland en de gemeenten Barneveld, Ede en de regio Food Valley meebetalen aan het tweejarige onderzoeksproject. Opfokkers en leghennenhouders die deel willen nemen kunnen mailen naar vogelmijt@wur.nl
Voor de deelnemende pluimveebedrijven en hun erfbetreders organiseren de onderzoekers gezamenlijke bijeenkomsten om kennis te vergaren, te delen en te ontwikkelen. De 20 pluimveebedrijven voeren de 8 IPM stappen op hun bedrijf uit. Bovenop de maatregelen die het bedrijf zelf besluit op het eigen bedrijf uit te voeren, zal in overleg met de onderzoekers in elk geval n managementmaatregel tegen vogelmijt op alle bedrijven worden uitgevoerd zodat de effectiviteit ervan kan worden bepaald. De pluimveehouders krijgen daarnaast ondersteuning en kunnen gebruik maken van een wekelijkse hulplijn. Op de 10 controlebedrijven worden alleen vogelmijten gemeten.
Financie schade door vogelmijt
Om de financie schade door vogelmijt te kunnen bepalen en een kosten-batenanalyse uit te kunnen voeren, wordt aan alle 30 deelnemende pluimveebedrijven gevraagd om ook financie gegevens te verstrekken. De financie gegevens worden anoniem verwerkt, benadrukt Mul.
Met vogelmijtvallen wordt de groei of daling van het aantal vogelmijten op de bedrijven gemeten. Zo kunnen de onderzoekers bepalen hoe succesvol IPM is geweest.
Behandeladvies
Op zes bedrijven wordt de automatische vogelmijtteller van Hotraco ingezet. Op vijf bedrijven worden in een stal 10 tellers geplaatst. Op n bedrijf komen 36 tellers in een stal. Deze 36 tellers moeten informatie opleveren hoeveel vogelmijtvallen minimaal nodig zijn om in een stal de populatie te meten en op welke plaatsen we de vallen moeten hangen in de stal, legt Mul uit. Met deze bedrijven wordt het behandeladvies gealueerd dat wordt gegenereerd door de door ons ontwikkelde modellen.
Het onderzoek op deze 6 bedrijven moet informatie opleveren waarmee ons bestaand model kan worden geoptimaliseerd. Met dat model wordt een advies gegeven voor bestrijding, vertelt Mul.
Verantwoord gebruik van middelen
Een ander doel is een verantwoord gebruik van middelen tegen vogelmijt waarbij een witte lijst van veilige middelen wordt opgesteld, met beschrijving van de toepassingsmogelijkheden, voor- en nadelen, effectiviteit, neveneffecten, toedieningswijze en toelatingseisen.
Voor de middelen die geen officie toelating (nodig) hebben wordt een systematiek ontwikkeld om de middelen te beoordelen op aspecten als voedselveiligheid en diergezondheid waarmee het gebruik ervan kan worden afgewogen.
Erfbetreders
Vogelmijten vormen al jaren een probleem in de leghennenhouderij. In plaats van standaard middelen in te zetten, zal een pluimveehouder eerst insleep en versleep van vogelmijten op het bedrijf moeten voorkomen en ter controle het aantal vogelmijten meten. Dan pas weet hij wanneer en waar hij moet behandelen. Door nadien nog eens te meten, weten we hoe effectief een middel, maatregel of methode is. Wanneer het tweejarige project is afgerond kunnen we het vogelmijtprobleem effectiever en duurzamer beheersen, verwacht Mul.
Mul hoopt dat erfbetreders het project steunen. Op basis van ervaringen in de tuinbouw denken we dat IPM de beste aanpak van vogelmijten is op pluimveebedrijven. Als erfbetreders de pluimveehouder in deze aanpak ondersteunen, dan wordt het beheersen van vogelmijt makkelijker gemaakt voor de pluimveehouder.
Opfokkers en leghennenhouders die deel willen nemen aan het project kunnen mailen naar vogelmijt@wur.nl
Tekst: Tom Schotman
Groeide op een vleeskuikenbedrijf in het Achterhoekse Vragender op. Schrijft sinds augustus 2013 voor Pluimveeweb.nl, vakblad Pluimveeweb, Pigbusiness.nl, vakblad Pig Business en de regionale agrarische vakbladen van Agrio.
Beeld: Wageningen Livestock Research