'Zelfs stof kan bloedluis bevatten'
Zelfs stof kan bloedluis bevatten", dat zei Monique Mul, onderzoeker WUR, op de thema-avond op 21 februari in het Limburgse Horst. Ze onderzoekt sinds 2004 de vogelmijt en ziet de overeenkomsten met de tuin- en akkerbouw. Ze praat consequent over de vogelmijt Een bloedluis is een luis in de fruitteelt. Een luis heeft 6 poten, de vogelmijt 8, zegt de onderzoeker.
Meest voorkomende ectoparasiet
De vogelmijt is de meest voorkomende ectoparasiet bij pluimvee, leeft in gaten en kieren in de buurt van waar de hennen s nachts verblijven en heeft voor het volbrengen van de levenscyclus bij voorkeur bloed van pluimvee en vogels nodig. Ze tappen bloed in het donker; in 30 tot 60 minuten bij de kip in de nek, schouder of rug.
Het aantal vogelmijten neemt snel toe bij een temperatuur tussen 25 en 35 graden Celsius en een hoge luchtvochtigheid (70-90 procent). Bij ernstige besmetting zie je trosvorming (zie foto); dan zitten alle kieren en spleten al vol en zoeken ze elkaar op. Bij een bestrijding raak je alleen de buitenkant van die trossen. Een deel van de populatie blijft over en plant zich verder voort. Bestrijd dus voordat de trosjes zichtbaar zijn, vertelde Monique Mul gepassioneerd.
Preventie verdient meer aandacht
Mul is ervan overtuigd dat preventie meer aandacht verdiend. De effectiviteit van de bestrijding is beperkt vanwege de snelle groei, de korte levenscyclus, de snelle ontwikkeling van resistentie en doordat de mijten zich verstoppen in gaten en kieren waar middelen slecht bij kunnen. Er zijn een zeer beperkt aantal toegestane en effectieve middelen, vaak met een lage MRL, maximale residue limiet. Een middel met een lage MRL verkleint de kans op residuen, maar het effect van een contactmiddel is daardoor vaak kort. Stel dat een contactmiddel al na 1 dag is uitgewerkt. Een vogelmijt komt eens in de paar dagen bij een hen dus dan is het middel alweer uitgewerkt, lichtte Monique toe.
Preventie en monitoring vraagt continue aandacht. Werken volgens het IPM, Integrated Pest Management, de methode voor getegreerde plaagbestrijding, die alom bekend is in de tuinbouw heeft volgens Mul voordelen.
Tussen de legronden
De leegstand is het moment van de forse aanpak. Alles bezemschoon maken, verwijderen van harde en zachte mest en droogschoonmaken met perslucht. Een natte schoonmaak geeft vocht in de gaten en kieren wat de vogelmijt fijn vindt. Goed laten drogen is dan het advies. Het advies of droog of nat schoonmaken de voorkeur heeft, kan Monique Mul nog niet geven. Dat is nog niet bekend. Wel is bekend dat de vogelmijt overleeft in stof. Doe maar eens stof in een emmer met deksel. Na een dag zitten de mijten onder de deksel, zegt Monique Mul.
Na de schoonmaak een Thermokill of ozon behandeling geeft een extra aanpak van de vogelmijten die nog achter zijn gebleven.
Tijdens de legronde
De vogelmijt is aanwezig in de hele eiproductiekolom. De belangrijkste risicofactoren voor verspreiding van vogelmijt binnen het pluimveebedrijf zijn:
- Materialen en gereedschap
- Mestbanden
- Eierbanden
- Ongedierte, vliegen
- Voersysteem
- Methode verwijderen kadavers
- Pluimveehouder, werknemer, bezoeker
- Ventilatie luchtstromen.
Praktische tips van Monique Mul:
- Doe kadavers in een emmer in plaats van bij de poten de stal uitdragen en was de emmer daarna met water en zeep. Kadavers zitten vol mijten.
- Test de mest, ook een bron van mijten; vul een diepvrieszak voor eenvijfde deel met mest (niet knijpen), zet het gesloten weg op de koude vloer en kijk de volgende dag. Bovenaan zitten de mijten.
- Verlaag de staltemperatuur bij een besmetting. Bij 18 graden Celsius lijkt een de populatie in een aantal stallen niet meer te groeien. Dat kost voer maar vogelmijten kosten ook voer.
De hulplijst voor het bepalen van risicofactoren voor introductie en verspreiding van vogelmijt bij legpluimvee is hier te downloaden.
Populatiegroei beperkende maatregelen
De ontwikkeling van de populatie is onvoorspelbaar. Daarom raadt Mul aan om te monitoren en populatiegroei beperkende maatregelen te nemen zoals:
- Dagelijks mestafvoeren
- Temperatuur verlaging
- Maandelijks verwijderen stof
- Maandelijks verwijderen harde korsten
- Inzet van de Q-perch
- Inzet van natuurlijke vijanden zoals roofmijten; verwijder geen spinnen.
Er zijn volop nieuwe idee om verder te ontwikkelen.