Emissiefactor buizen-verwarming opfok-vb daalt naar 0,044
In de eind vorig jaar gepubliceerdeRav-lijststaat de factor van 0,144 kg NH3 nog vermeld. Deze factor is ooit vastgesteld op basis van metingen bij vleeskuikens waarbij voorzichtigheidshalve de helft van de reductie is doorberekend", vertelt Hoeve.
Uit metingen blijkt dat diverse systemen een lagere ammoniakemissie hebben dan werd aangenomen. De emissiefactor voor niet-emissiearme vleeskuikens (E5.100) is bijgesteld van 0,080 naar 0,068 kg NH3. Naar aanleiding hiervan zijn diverse afgeleide getallen gewijzigd, waaronder die voor reducerende technieken bij opfokvleeskuikenouderdieren.
De emissie voor de diverse diercategorie is herberekend, maar die voor E3.9 (buizenverwarming) vreemd genoeg niet. De reden dat dit niet is aangepast bij de laatste wijziging van de RAV is dat het systeem nog niet in bijlage 1 van de Rav was opgenomen ten tijde van het schrijven en publiceren van rapport 1015", aldus RVO.
In april gewijzigd
Volgens de nieuwe systematiek moet bij afleiding naar een andere diercategorie de reductie worden toegepast die volgt uit de metingen die zijn gedaan bij de diercategorie waar de metingen zijn uitgevoerd.In dit geval moet de reductie van het systeem worden berekend ten opzichte van de nieuwe emissiefactor voor vleeskuikens (68 gram) en komt op 82,35 procent. De emissiefactor voor opfokvleeskuikenouderdieren wordt dan (100-82,35 procent) * 0,250 = 0,044 kg NH3per dierplaats per jaar", legt Hoeve uit.
De systeembeschrijving zal op basis van bovenstaande correctie per april 2018 worden gewijzigd.De randvoorwaarden van het stalsysteem zijn vastgelegd inBWL2017.01.V1.
Tekst: Tom Schotman
Groeide op een vleeskuikenbedrijf in het Achterhoekse Vragender op. Schrijft sinds augustus 2013 voor Pluimveeweb.nl, vakblad Pluimveeweb, Pigbusiness.nl, vakblad Pig Business en de regionale agrarische vakbladen van Agrio.
Tekst: Hoeve Advies
Beeld: Boers Techniek V.O.F.