NVWA controleert vooral op strooiselkwaliteit & stalklimaat bij kuikens
Dat zegt Marila Simon, dierenwelzijnsexpert van de NVWA na vragen van Pluimveeweb.nl. De dierenwelzijnsexpert van de NVWA beantwoord de vragen van Pluimveeweb.nl uitgebreid.
Wat bedoelt de NVWA met risicogericht inspecteren?
Het uitgangspunt voor de manier waarop de NVWA toezicht houdt is 'zacht waar het kan, hard waar het moet'. Om die reden inspecteren wij zoveel mogelijk op bedrijven die uit een uitgebreide risicoanalyse naar voren komen. Op deze manier inspecteren we op bedrijven waar een lagere mate van naleving wordt verwacht en de bedrijven, die het op basis van de analyse goed lijken te doen inspecteren we dan niet. Wij noemen dat risicogericht inspecteren.
De beschikbare capaciteit zetten we op deze manier in op die bedrijven waar onze aandacht het meest nodig lijkt te zijn. Voor de risicoanalyse maken we gebruik van meerdere data die wij tot onze beschikking hebben. Zowel data die wij intern beheren als data van externe bronnen als bijvoorbeeld Avined en van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. De meeste inspecties bij vleeskuikenhouders zijn risicogericht. Daarnaast worden er op basis van Europese verplichtingen ook nog steekproefinspecties uitgevoerd.
Waar gaat de NVWA dit jaar vooral op controleren bij vleeskuikenhouders? En waarom juist deze zaken?
Onze speerpunten in de vleeskuikenstal zijn de aanwezigheid van droog en rul strooisel, bezetting en de luchtkwaliteit. Deze items hebben direct invloed op een goed welzijn bij vleeskuikens. Zodra het strooisel te nat wordt stijgt het risico op het ontstaan van voetzoollaesies, borstblaren en hakdermatitis.
Nat strooisel kan door veel verschillende factoren veroorzaakt worden. Vaak is dit ook een samenspel van factoren. Zo kan voer van mindere kwaliteit natte mest veroorzaken. Dit of zaken als slechte ventilatie in de stal of lekkende drinkwaterlijnen bevloedt de kwaliteit van het strooisel. Als de luchtkwaliteit niet goed is, is dit een indicator dat de ventilatie en/of verwarming niet op orde is.
De meeste bedrijven, die zijn geselecteerd voor een inspectie, kwamen naar voren in de uitgebreide risicoanalyse. Er zijn n of meerdere aanwijzingen dat het met het welzijn mogelijk minder goed gesteld is op die bedrijven.
Waar letten NVWA controleurs vooral op, naast de aanwezigheid van voldoende droog strooisel en stalklimaat?
De welzijnsinspecties bij vleeskuikenhouders zijn best uitgebreid. Vooral ook omdat de vleeskuikenhouder veel administratieve verplichtingen heeft. En hoe hoger de geregistreerde categorie met betrekking tot een hogere bezetting, hoe meer administratieve eisen er zijn. Alleen als iemand voldoet aan die voorwaarden mag hij of zij kuikens in die hogere categorie houden.
In de stal kijken de inspecteurs inderdaad naar de aanwezigheid van droog en rul strooisel. Ook doen ze metingen naar de gehaltes kooldioxide en ammoniak en kijken ze of er geen drinkwaterlijnen lekken. Daarnaast wordt er gekeken naar de conditie van de kuikens, de bezetting in de stal (ook van voorgaande koppels) en de administratieve verplichtingen. Bovendien meten NVWA-controleurs de hoeveelheid licht in de stal en beoordelen het lichtregime.
Welke veel voorkomende fouten komen NVWA controleurs veel tegen op vleeskuikenbedrijven
In 2016 waren de meest voorkomende fysieke feiten in stallen een tekort aan licht en het ontbreken van voldoende beschikbaar droog en rul strooisel. De meest voorkomende administratieve feiten waren het niet of niet correct registreren van de dagelijkse mortaliteit en het niet of niet tijdig melden van bedrijfsgegevens. Deze moeten nu in Avined worden geregistreerd. Voor 2017 zijn de inspectiegegevens nog niet geanalyseerd.
Administratie bijwerken
Om te voldoen aan de administratieve verplichtingen is vooral een beetje discipline nodig. Plan een vast moment in de week in waarin je de administratie bijwerkt en de verplichte meldingen in Avined doet, adviseert de woordvoerder van de NVWA.
Voor de berekening van de dagelijkse sterfte (mortaliteit) is er op de website van RVO.nl een handige tool die staat op https://www.rvo.nl/onderwerpen/agrarisch-ondernemen/dieren-houden/dierenwelzijn/welzijnseisen-voor-dieren/vleeskuikens/afvoer
Bij een tekort aan licht in de stal zien onze inspecteurs nog wel eens dat dit dan vooral ligt aan het feit dat lampen niet genoeg worden schoongemaakt en kapotte lampen niet tijdig worden vervangen.
Soms expert nodig
Wij realiseren ons dat het voor de houder soms lastig is om de vinger op de juiste oorzaak van aanhoudende welzijnsproblemen in de stal te leggen. Toch is de houder wel degene die aan zet is om de dierenwelzijnsomstandigheden zo optimaal mogelijk te houden. Gelukkig lukt dit de meeste vleeskuikenhouders goed.
Soms komen we iemand tegen die van ons een (handhavend)duwtje in de juiste richting nodig heeft in de vorm van nalevingshulp. Wij adviseren om bij problemen in de stal altijd een externe adviseur te laten meekijken en te helpen met het vinden van een oplossing.
Soms ligt bedrijfsblindheid op de loer en in andere gevallen kan het zijn dat een goede doormeting van de ventilatiesystemen tot een oplossing kan leiden. Het is belangrijk als vleeskuikenhouder om niet alles alleen te willen oplossen. Er zijn experts die je hier mee kunnen helpen en die met een frisse blik naar je bedrijf kijken. Goed management is cruciaal.
Steeds meer verbeteringen
We zien steeds meer verbeteringen. De sector is in beweging. Er komen innovatieve nieuwe stalsystemen en de robuustere kip is in opmars. Bij dit laatste is vooral de afnemer aan zet, want er moet wel vraag zijn naar dit duurdere vlees. Maar ook de houders van reguliere vleeskuikens werken actief aan het optimaliseren van het houderijsysteem.
Daarnaast zien de dierenartsen verbeteringen in het dierenwelzijn tijdens de PM keuringen op slachthuizen. De cijfers van Avined bevestigen dit. Maar we zijn er nog niet. Wij hopen samen met de sector te kunnen werken aan een verdere verbeterslag, zegt de dierenwelzijnsexpert van de NVWA.
Pluimveehouders kunnen dierenwelzijnsexpert Marila Simon van de NVWA op Twitter volgen.