Nieuwe ILT-uitbraken in Midden-Nederland
Dat maakte de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) dinsdag 7 november bekend. Sinds juli dit jaar is er sprake van een verhoogd aantal uitbraken van ILT, met name in de regio Midden-Nederland. Vanaf maandag 16 oktober zijn er nieuwe uitbraken bij gekomen in Midden-Nederland (zie zwarte punten op het kaartje).
Het kaartje geeft de gebieden weer waar de laatste melding zich bevindt (zwart) en waar de afgelopen 8 weken (rood) en de 8 weken daarvoor (oranje) meldingen zijn geweest. Het aangekleurde gebied is gebaseerd op de eerste twee cijfers van de postcode en is daarmee indicatief voor de locatie van de melding maar niet voor de grootte van het gebied met een verhoogd risico.
ILT staat voor infectieuze larynchotracheis. ILT is een virale luchtwegaandoening bij kippen, fazanten en pauwen. Kalkoenen, eenden en ganzen zijn niet vatbaar voor de aandoening, maar kunnen het virus wel verspreiden. Gefecteerde dieren kunnen ziek worden met soms dodelijke afloop.
Vaccinatie
Begin augustus is een bijeenkomst georganiseerd met dierenartsen en opfokkers betrokken bij bedrijven in die regio. Maatregelen om uitbraken te beperken en voorkomen zijn besproken en pluimveehouders zijn geformeerd. Ondanks deze verhoogde alertheid zijn de afgelopen maanden nog meerdere uitbraken vastgesteld.
Dieren die eenmaal met ILT-virus zijn besmet, blijven het virus levenslang uitscheiden. Bovendien blijft het ILT-virus minimaal een week besmettelijk in mest en drie tot tien weken in kadavers. De preventie van ILT ligt in goede bedrijfshygie en reiniging en desinfectie, meldt de GD. Daarnaast dient het opzetten van een pas gevaccineerd koppel op een bedrijf met onbeschermde dieren te worden vermeden.
In geval van een uitbraak kan een noodvaccinatie van de nog niet aangetaste dieren plaatsvinden. De vaccinatie dient bij voorkeur met oogdruppel te gebeuren. Oogdruppelvaccinatie geeft bescherming na een dag of vijf. Een water- of sprayvaccinatie werkt minder goed en is langzamer in de opbouw van bescherming (grofweg een week trager) en het vaccin kan gaan spreiden en problemen veroorzaken binnen het koppel of zelfs daarbuiten. Bij een hoge besmettingsdruk is het advies twee keer te vaccineren (oogdruppel): op drie vier weken en op 12 tot 14 weken leeftijd.
Tekst: Tom Schotman
Groeide op een vleeskuikenbedrijf in het Achterhoekse Vragender op. Schrijft sinds augustus 2013 voor Pluimveeweb.nl, vakblad Pluimveeweb, Pigbusiness.nl, vakblad Pig Business en de regionale agrarische vakbladen van Agrio.
Tekst: Gezondheidsdienst voor Dieren
Beeld: Gezondheidsdienst voor Dieren