RIVM: Verbranding beste optie voor fipronilmest
De stof fipronil, illegaal toegepast tegen bloedluis bij kippen, is giftig voor ongewervelde water- en bodemdieren, ook bij zeer lage concentraties. Het is dus van belang ervoor te zorgen dat er geen fipronil via verontreinigde kippenmest in het milieu terechtkomt. Verbranding is daarom volgens het RIVM vanuit milieuhygiisch oogpunt de meest geschikte methode om deze mest te verwerken. Het middel wordt hierdoor namelijk volledig afgebroken. Bij andere verwerkingsmethodes, zoals compostering of covergisting, is dat niet het geval omdat daarbij lagere temperaturen worden gebruikt. Ook de tijdelijke opslag van mest is geen oplossing aangezien fipronil slecht afbreekbaar is. Dit concludeert het RIVM uit onderzoek waarin is gekeken naar de milieurisicos van het gebruik van kippenmest met zeer lage concentraties fipronil.
Bij het uitrijden van met fipronil vervuilde mest op het land worden de maximaal toelaatbare risiconiveaus hoogstwaarschijnlijk niet overschreden. Voor de toelating van meststoffen en binnen het bodembeleid wordt er echter naar gestreefd verontreinigingen niet boven concentraties te laten komen die een 'verwaarloosbaar risico' aanduiden. Het RIVM kan geen zekerheid geven dat dit verwaarloosbare risiconiveau niet wordt overschreden.
Economische aspecten niet meegenomen
De economische aspecten van de mestverwerking van met fipronil verontreinigde pluimveebedrijven zijn niet in dit onderzoek meegenomen. De resultaten van deze milieurisicobeoordeling kunnen als onderbouwing dienen voor de beleidsmatige besluitvorming door het ministerie van Economische Zaken.
Zie voor meer informatie het rapportMilieurisico's van fipronil in mest: Risicobeoordeling voor het toepassen van mest op bodemop de site van de RIVM.
Tekst: Tom Schotman
Groeide op een vleeskuikenbedrijf in het Achterhoekse Vragender op. Schrijft sinds augustus 2013 voor Pluimveeweb.nl, vakblad Pluimveeweb, Pigbusiness.nl, vakblad Pig Business en de regionale agrarische vakbladen van Agrio.
Tekst: RIVM
Beeld: Ellen Meinen