Kamp betreurt opstelling Nepluvi over hitteprotocol

Het Nationaal Plan bevat afspraken tussen overheid en diersectoren over het transport van vee bij extreme temperaturen. De bij het Nationaal Plan aangesloten sectoren hebben elk een protocol ingediend, waarin is aangegeven welke maatregelen de betreffende sector neemt om aantasting van het dierenwelzijn bij het transport van dieren bij extreme temperaturen te voorkomen. Eveneens is in het Nationaal Plan uitgesproken dat de uiterste temperatuur van 35 graden Celsius door alle betrokkenen wordt gezien als te extreem om op diervriendelijke manier transporten te kunnen realiseren. In dat geval mogen geen dieren vervoerd worden, ongeacht of het kort (tot 8 uur) of lang (8 uur of meer) transport betreft.

De pluimveesector had ook een protocol ingediend. Daarin staat helder beschreven welke maatregelen deze sector neemt om onnodige aantasting van het dierenwelzijn bij transporten bij hoge temperaturen te voorkomen. Dat is een goede zaak. Evenwel wil de sector niet aangeven dat er bij een temperatuur boven 35 graden Celsius geen dieren meer vervoerd zullen worden. Dat is echter wel n van de uitgangspunten van het Nationaal Plan. Andere sectoren hebben w daarmee ingestemd. Kamp vindt het spijtig dat de pluimveesector zichzelf deze verplichting niet wil opleggen.

Ruimere werktijden in slachterijen

De Nepluvi vraagt om ruimere werktijden in slachthuizen om zo de aanvoer van dieren gedurende de koele uren van de dag te kunnen regelen. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en Nepluvi zijn hierover met elkaar in overleg.

Kamp wil de sector aansporen om met een eigen hitteprotocol aan te sluiten bij het Nationaal Plan. De minister acht het van groot belang dat ook de pluimveesector laat zien dat het dierenwelzijn niet gediend is met transporten bij temperaturen van 35 graden Celsius en hoger. Het al dan niet met de NVWA komen tot een vergelijk over mogelijk verruimde werktijden zou daarbij geen voorwaarde moeten zijn, aldus Kamp.