RIVM: pluimveehouderij maakt mensen ziek
Mensen die dichtbij een pluimveehouderij wonen hebben 7 procent meer kans op longontsteking. Dat zijn elk jaar 120 extra zieken per 100.000 inwoners, of 1.000 tot 1.500 mensen in heel Nederland. Dat vertelde Dick Heederik, hoogleraar bij onderzoeksinstituut IRAS van de Universiteit Utrecht, aan de Tweede Kamer tijdens een technische briefing over het rapport Veehouderij en gezondheid omwonenden. Heederik is n van de opstellers van het onderzoek.
Vorig jaar was die boodschap al naar buiten gekomen, maar deze vervolgstudie onderbouwt de stelling steviger. De onderzoekers hebben hier de gegevens over vijf jaar, 2009 tot en met 2013, bestudeerd, en hebben voor elk jaar die relatie tussen pluimveehouderijen en longontsteking aangetroffen. Heederik wijt het effect aan het fijnstof dat pluimveehouderijen uitstoten. Dat verandert het microbioom in de longen - de verzameling bacteri die daar leven - en daardoor worden mensen vatbaarder voor de virussen die longontsteking veroorzaken.
Geiten
Ook omwonenden van geitenhouderijen krijgen vaker longontsteking, maar Heerderik weet niet waar dat aan ligt. Fijnstof is onwaarschijnlijk, want een geitenhouderij produceert daar veel minder van dan een pluimveehouderij. Misschien zijn het micro-organismen, vertelde hij de Kamerleden. Of anders een nog onbekende zoose, of heeft het met het mestmanagement te maken - we weten het nog niet."
Wel wist hij wat de oorzaak niet was. Met Q-koorts heeft het in ieder geval niets te maken; daarvan hebben we geen sporen gevonden bij mensen die ziek werden. De oorzaak ligt ergens anders, maar we weten nog niet waar." Heederik is daarom met te ministerie in gesprek over een vervolgonderzoek.
Politiek
De Tweede Kamer was vooral benieuwd naar de politieke uitwerking van de studie. Zo vroeg Rik Grashoff (SP) of het RIVM een model kon opstellen om de aanvaardbare veedichtheid in een gebied te bepalen. Maar Heerderik moest de SP-er teleurstellen. In theorie zou dat wel kunnen", vertelde hij, maar in de praktijk zijn er nog teveel witte vlekken en onzekerheden om een nauwkeurig model op te stellen. Hij voegde toe: Zolang we niet weten wat de oorzaak is, kun je modelleren tot je een ons weegt, maar dat levert niet meer nauwkeurigheid op.
Esther Ouwehand (PvdD) wilde van Heederik horen dat het probleem de te grote aantallen dieren in Nederland waren. Maar de hoogleraar ging daar niet in mee. Het risico is niet direct gerelateerd aan het aantal dieren, maar aan de emissie die ze uitstoten, legde hij uit. Bij goed emissiemanagement kun je dat risico verminderen. En ja, dat kan door de veestapel te laten krimpen, maar het type gebouw en de aanwezigheid van luchtwassers spelen ook een rol in het beperken van die risicos.
Structureelonderzoek doen
Jaco Geurts (CDA) vroeg zich tenslotte af wat de politiek hier nu mee aan moet. Het rapport geeft oorzaken aan, maar niet genoeg gegevens om de regering effectief beleid te laten voeren. Het was de kans voor Heederik om voor meer financiering te pleiten. Dan kunnen we structureel onderzoek doen. Nu zijn onderzoeksopdrachten gedreven door incidenten.
Hij vergeleek de kennis over gezondheidseffecten van veehouderijen met die van verkeer. De effecten van verkeer op de gezondheid van mensen zijn uitgebreid onderzocht en in kaart gebracht. Dat geeft voldoende input om nauwkeurige modelberekeningen te maken van de gezondheidseffecten ervan. Bij de veehouderij ontbreekt die nauwkeurige kennis nog, en dat staat een effectief politiek ingrijpen in de weg.
Tekst: Wim van Gruisen
Zoon van een Zuid-Limburgse pluimveehouder met eigen slachterij, geschoold als econoom. Sinds 2011 in dienst van Agrio, waar hij artikelen schrijft voor de regio- en vakbladen en de Agrio-websites. Zijn focus lag aanvankelijk op landbouweconomie, tegenwoordig vooral op de Haagse en Brusselse politiek.
Beeld: RIVMrapport, Veehouderij, Gezondheid Omwonenden