Het vuur van de activist
Elf jaar geleden ben ik als journalist twee dagen undercover geweest in een kamp voor dierenactivisten. Ik heb hier destijds een artikel over geschreven met de titel Vechten tegen vlees (Lees artikel hier).
Het kamp vond plaats in het Engelse Tonbridge en trok honderden dierenactivisten uit heel Europa. In de Britse pers werd gesproken over een Al Qaeda-achtig kamp. Dat vond ik wat overdreven, maar ik snapte nadien wel de link die de media probeerde te leggen.
Harde acties
Tijdens het dierenactivistenkamp werden jongens en meisjes namelijk bijgespijkerd en opgeleid om (harde) acties uit te voeren tegen de vleesindustrie. Bevloedbare tieners en twintigers die ontevreden waren over de maatschappij en misschien ook wel hun eigen leven, werden geronseld door de top van de Europese dierenactivistenbeweging.
Zo heb ik geleerd hoe je blokkades moet maken, heb ik geleerd hoe je dreigbrieven moet versturen zonder sporen na te laten, heb ik geleerd hoe je moet vechten tegen de politie, hoe je je computer moet beveiligen en hoe je dierenbevrijdingsacties kunt uitvoeren.
Branden
Het accent lag destijds vooral op vleesbedrijven en de bontindustrie. Nertsenfokkers, slagers en slachterijen, ook in Nederland, waren met name doelwit van de dierenactivisten. Een groot aantal branden in vleesbedrijven en talloze dierenbevrijdingsacties bij de nertsenfokkers tot gevolg.
Felle lobby
Ik heb het al eens eerder aan de orde gesteld. De rebellerende dierenactivisten van toen, hebben zich nu geworteld in de politiek, de overheid, de media, de wetenschap, het onderwijs en de rechtspraak. Op dit moment is er op intellectueel niveau een felle lobby gaande tegen de Nederlandse veehouders.
Mensen vragen zich af, waarom zij zoveel aandacht krijgen in de media. Ik weet precies waarom. Zij zijn de media, zij zijn de politiek, zij zijn het onderwijs, zij zijn de overheid, zij zijn de wetenschap en zij zijn de rechtspraak geworden.
En de dierenactivisten van toen, herhalen op die posities wat zij altijd al deden. Alleen, voor het oog van de maatschappij, allemaal wat netter dan tien, twintig jaar geleden. Zij hebben hun licence to produce veiliggesteld, dankzij de posities waarop zij nu zitten.
Alive and kicking
Onderschat het niet: Dierenactivisten zijn alive and kicking. Alleen hebben zij molotovcocktail of het gereedschap om dieren te bevrijden ingeruild voor het toetsenbord. De lange haren, kistjes en legerbroeken zijn ingeruild voor keurige kapsels en moderne, hippe kleding.
De met krantenletters aan elkaar geknipte dreigbrieven zijn verruild voor Twitter en Facebook. Het kraakpand is ingeruild voor de grachtengordel. Het Dierenbevrijdingsfront is ingeruild voor, door de Postcodeloterij gesubsidieerde, milieu- natuur- of dierenorganisaties en belangrijke posities bij politieke partijen.
Een opleiding in een dierenactivisten-kamp is ingeruild voor invloedrijke banen bij cruciale media-bevloeders.
Vuur
Er woeden geen branden meer in slachterijen of vleesverwerkingsbedrijven, maar het vuur van de dierenactivist brandt harder dan ooit. En een heel nieuw leger met poppetjes is geworven. En die worden klaargestoomd voor de volgende generatie.
Herhalen
Kunnen wij dan niets daar tegen doen? Zeker wel. Als boeren moeten wij ons verhaal nog meer en nog vaker blijven vertellen. Aan de politiek, aan de media, in het onderwijs, maar vooral aan de burger. Want hoe moedeloos je misschien ook kunt worden van bovenstaand verhaal, 98 procent van de burgers is w geteresseerd in de boer en geeft wel een hoge waardering aan de boer.
Dr moeten we ons op richten. Communiceren, praten, vertellen, laten zien. En vooral herhalen, herhalen en nog eens herhalen. Moet het duizend keer? Doe het dan 1.001 keer. Moet het tienduizend keer? Doe het dan 10.001 keer.
Want bij de burger dr zit ze licence to produce.