Nederlandse landbouw; rapportcijfer 7,7
In totaal heeft driekwart van de Nederlandse bevolking een (licht tot zeer) positief beeld van de landbouw. Slechts 4 procent is uitgesproken negatief, zo blijkt uit een onderzoek onder ruim 1000 Nederlanders in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken.
Het rapportcijfer 7,7 voor de Nederlandse landbouw is al enkele jaren vrij stabiel sinds het eerste gelijksoortige onderzoek in 2005 van TNS NIPO (nu Kantar Public) in opdracht van het ministerie. Waardering voor de hardwerkende boer, de economische prestaties van de sector en de bijdrage aan de voedselvoorziening zijn de basis van dit cijfer. Kritiekpunten zijn dat de landbouw te weinig aandacht voor milieu en dierenwelzijn heeft.
Nederlanders van 55 jaar en ouder hebben vaker dan gemiddeld een (zeer) positief beeld van de sector. Jongeren (18-34 jaar) hebben juist minder vaak een (zeer) positief beeld en staan vaker neutraal tegenover de landbouw.
Kennis van landbouw
Vooral de eigen kennis van de landbouw bepaalt het waarderingscijfer. De groep Nederlanders die zegt zeer goed bekend te zijn met de agrarische sector geeft namelijk een hoog rapportcijfer van 8,4. Diegenen die goed bekend zijn met de sector waarderen die met een 8,2 maar de groep die aangeeft helemaal niet bekend te zijn met het boerenleven geeft juist een lager rapportcijfer; 7,2.
Bewoners van steden geven gemiddeld een iets lager cijfer dan bewoners van het platteland. Die laatste groep heeft gemiddeld ook meer kennis van de sector dan de stedelingen, met name door familie, buren en kennissen die boer of boerin zijn. De ondervraagden hebben geen uitgesproken voorkeur voor bepaalde agrarische deelsectoren. De belangrijkste associaties zijn voor hen de trefwoorden boer, boerderij, landbouw, akkerbouw, veeteelt en veehouderij.
Driekwart van de ondervraagden vindt het belangrijk dat Nederland ook in de toekomst agrarische bedrijven heeft. Twee van de drie vinden dat de sector een belangrijke bijdrage levert aan de Nederlandse samenleving. Iets meer dan de helft, 55 procent, vindt het belangrijk dat de landbouw op een duurzame wijze voedsel produceert. Toch zegt maar 25 procent dat zij bij het kopen van voedsel in de winkel ook op die duurzaamheid let. In hetzelfde onderzoek is ook de visserij meegenomen; die krijgt het rapportcijfer 6,9.
Tekst: Lauk Bouhuijzen
Beeld: Susan Rexwinkel