'Onder 2 procent vangletsel blijven wel mogelijk'
Dat zei persvoorlichter Tjitte Mastenbroek van de NVWA onlangs na vragen van Pluimveeweb.nl. Volgens vang- en laadbedrijven is het vrijwel onmogelijk om continue onder de 2 procent vangletsel te blijven.
Het is niet rel om onder de 2 procent vangletsel te blijven. Bij een vleeskuikenhouder, die klant is van ons, is voor het vangen al eens gekeurd op vangschade. Toen bleek al 2 procent van de vleeskuikens letsel te hebben voordat er ook maar n vanger de stal was in geweest, zei Lammert van der Veen van het gelijknamige vangbedrijf uit het Friese Harkema onlangs tegen Pluimveeweb.nl.
112 boetes opgelegd
De NVWA controleert sinds 12 juni veel strenger op vangletsel, maar volgens Mastenbroek is er geen sprake van een aangescherpte eis. De wettelijke norm voor vangletsel is 0 procent en deze norm is niet veranderd. De NVWA hanteert bij inspecties een interventiegrens van 2 procent . Deze interventiegrens wordt ook al jaren gehanteerd door de NVWA. Wat wel nieuw is, is dat de NVWA sinds 12 juni 2017 direct een boete geeft als blijkt dat bij meer dan 2 procent van de dieren sprake is van vangletsel. Voorheen werd in bepaalde gevallen eerst een waarschuwing gegeven, legt Mastenbroek uit.
In de eerste 6 maanden van 2017 heeft de NVWA 112 boetes van 1.500 euro opgelegd aan pluimveehouders die onvoldoende maatregelen genomen hadden om vangletsel te voorkomen. In de eerste helft van 2016 zijn er geen boetes opgelegd en in de tweede helft van 2016 zijn 16 boetes opgelegd. Controles vinden plaats in alle slachthuizen, dus ook bij de slacht van bijvoorbeeld leghennen en eenden.
Pluimveehouder verantwoordelijk
Een pluimveehouder vroeg zich af waarom de pluimveehouder en niet het vangbedrijf de boete krijgt.De pluimveehouder is verantwoordelijk voor het vangen en laden van zijn dieren; het vang- en laadbedrijf verricht zijn werkzaamheden in opdracht van de pluimveehouder. Pluimveehouders zijn er dus voor verantwoordelijk dat de dieren tijdens het vangen en inladen geen verwondingen of botbreuken oplopen. Bijvoorbeeld door te zorgen dat de vangploeg de dieren juist behandelt of dat de vangmachine zo ontworpen, onderhouden en gebruikt wordt dat letsel wordt voorkomen, zegt de persvoorlichter.
Een andere pluimveehouder vroeg zich af of de NVWA kan verklaren waarom er zeer grote verschillen zitten op de percentages afkeur en vangschade van een koppel kuikens uit n zelfde stal, geleverd aan twee verschillende slachterijen, welke gebruik maken van dezelfde containers. De NVWA maakt in haar toezicht op vangletsel geen gebruik van de rapportages van het slachthuis, maar onze inspecteurs voeren eigen tellingen uit. Deze vraag kun je daarom het beste stellen aan de betreffende slachterijen, reageert Mastenbroek.
Als je de kuikens 6 uur in het donker moet zetten dan krijg je vangletsel en daar controleert NVWA op, stelt een pluimveehouder. Pluimveeweb vroeg de NVWA daarom hoe pluimveehouders hiermee om moeten gaan. De pluimveehouder zal voor het laden zieke, zwakke of gewonde dieren die niet in staat geacht worden te worden vervoerd uit de koppel moeten verwijderen, zoals vermeld in de wetgeving, reageert de persvoorlichter.