RIVM: 'Emissie ammoniak in Brabant behoorlijk omlaag'
De emissie van ammoniak is in de afgelopen jaren op nationale schaal met 1,5 procent toegenomen, maar lokaal, waaronder in Brabant is de emissie juist afgenomen. Dat staat in het RIVM-rapport Het verloop van de ammoniakconcentratie over 2005-2014, dat afgelopen juni zonder veel bombarie werd gepubliceerd.
Opvallend is dat in bericht op de website van RIVM melding wordt gemaakt van een nationale stijging, maar de daling van de ammoniakemissie in veel gebieden, waaronder Brabant, niet wordt benoemd. Ook wordt het rapport niet gebruikt door politieke tegenstanders van de veehouderij.
Daling landbouwemissies
Het rapport stelt dat bij de emissies ten gevolge van beweiding, aanwending van dierlijke mest en kunstmest nagenoeg overal sprake is van een daling in de emissies. Bij de emissie vanuit stallen is er met name rond de grens tussen Brabant en Limburg en in de Gelderse Vallei sprake van een daling. Vooral Oost-Brabant, een veehouderij dichtgebied, kent een behoorlijke daling.
Volgens het rapport is er in het westen en noorden van het land sprake van een toename van de emissie. Voor de totale ammoniakemissie uit de landbouw is er over Nederland als geheel sprake van een negatieve trend (minder ammoniakemissie, red.), hoewel zeer lokaal soms ook een positieve trend voorkomt.
Deze blijkt meestal te worden veroorzaakt door een lokale toename van de emissie vanuit de melkveesector. Het is volgens de onderzoekers niet waarschijnlijk dat op basis van deze stijging in de ammoniakemissies een stijging in de concentraties op de MAN locaties te verwachten is.
Geen verdergaande bedreiging
De MAN locaties zijn meetpunten die in de natuurgebieden liggen en het rapport meldt dus dat er geen stijging van ammoniak is te verwachten. Daarmee wordt het argument van de Brabantse tegenstanders van de veehouderij, dat de veehouderij verdergaand natuurgebieden bedreigd, onderuit gehaald.
Het RIVM-rapport wijst ook op een ander aspect, namelijk de veranderde weersomstandigheden. Er komen hogere concentraties ammoniak in de lucht voor door de hogere temperaturen en het warmer worden van Nederland (klimaatverandering) en niet door veehouderij.
Klimaatverandering
De onderzoekers schrijven dat naast de invloed van meteorologische omstandigheden ook een veranderende chemische samenstelling van de atmosfeer invloed heeft op de trend in ammoniak.
Doordat er steeds minder zwaveldioxide en stikstofoxiden in de lucht geitteerd worden neemt ook de omzetting van ammoniak naar ammoniumaerosol af. Daarnaast wordt door de afname van zwaveldioxide en stikstofoxiden het oppervlak waarop ammoniak deponeert minder zuur en neemt de depositie af.
Daling ammoniak
Beide effecten leiden er volgens de onderzoekers toe dat er gaandeweg meer ammoniak in de lucht aanwezig blijft ook al zouden de ammoniakemissies gelijk blijven.
Ze hebben berekend dat het gezamenlijke effect van veranderende meteorologische omstandigheden en veranderende chemische samenstelling van de atmosfeer er toe heeft geleid dat in de periode 2005-2014 de ammoniakconcentratie circa 10 tot 20 procent is toegenomen.
Na correctie voor deze effecten is de verandering in de ammoniakconcentratie in deze periode dus 10 tot 20 procent lager.