Leghennenhouder in Asten mag mestverbrandingsinstallatie bouwen
Dat heeft de rechtbank in Den Bosch op dinsdag 27 juni bepaald in een zaak die de pluimveehouder tegen de gemeente had aangespannen, schrijft het Eindhovens Dagblad. In 2012 diende het legpluimveebedrijf een aanvraag in bij de gemeente Asten om het bedrijf uit te breiden tot 100.000 leghennen. Tegelijk met deze uitbreiding werd toestemming gevraagd voor het bouwen van een installatie voor het verbranden van mest op het eigen erf.
Enkele omwonenden vreesden stankoverlast en dienden een bezwaar in, waarna de gemeente Asten geen vergunning verleende voor de mestverbrandingsinstallatie. Asten hanteerde een strenge norm voor de geuremissie omdat onvoldoende duidelijk was hoe veel zon installatie stinkt. De eigenaresse van het leghennenbedrijf stapte vervolgens naar de rechtbank. Volgens haar mocht een soepelere norm worden gebruikt. Daarbij baseerde het bedrijf zich op een rapport van een ingenieursbureau gespecialiseerd in geurmeting.
Zelf norm bepalen
Om het geschil op te lossen schakelde de rechtbank de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak (StAB) in om zelf de norm te bepalen. De StAB heeft een zogeheten wegingsfactor bepaald die hoger is dan die van de gemeente en lager dan die van het leghennenbedrijf.
De rechter volgt het rapport van de StAB. Met de nieuwe norm kon worden vastgesteld dat wordt voldaan aan de provinciale grenswaarde voor geuremissie. Daarom is het beroep van het leghennenbedrijf gegrond. Wel wordt de provinciale richtwaarde bij een woning in de buurt net overschreden. De gemeente zal in een nieuw besluit moeten beslissen of ze dit acceptabel vindt.
Tekst: Tom Schotman
Groeide op een vleeskuikenbedrijf in het Achterhoekse Vragender op. Schrijft sinds augustus 2013 voor Pluimveeweb.nl, vakblad Pluimveeweb, Pigbusiness.nl, vakblad Pig Business en de regionale agrarische vakbladen van Agrio.
Tekst: Eindhovens Dagblad
Beeld: Agrio archief