Kavelruil verschilt regionaal sterk
Dat blijkt uit een onderzoek van het Kadaster en Wageningen Economic Research in opdracht van ASR-vastgoed. In het noorden en oosten had kavelruil afgelopen jaren zelfs een aandeel van 22 tot 28 procent van alle agrarische grond die van eigenaar verwisselt. In Noord-Holland, Brabant en Limburg is dat percentage maar 9 tot 11 procent.
Uitgedrukt in absolute getallen zorgde kavelruil in het Noordelijk Weidegebied tussen 2012 en 2016 dat 26.000 ha. landbouwgrond een nieuwe eigenaar kreeg. In het Oostelijk en Zuidelijk Veehouderijgebied was dat respectievelijk 24.000 en 23.000 ha. In Zuid-Limburg, Zuidwest-Brabant en Waterland & Droogmakerijen ging het maar om enkele duizenden hectares.
Piek in 2014
Volgens de onderzoekers lag de piek voor vrijwillige kavelruil in 2014, maar is daarna het aantal geruilde hectares weer wat gedaald. Gemiddeld werd in de periode 2012-2016 zon 7100 ha. landbouwgrond jaarlijks via dit instrument overgedragen. Vorig jaar was dat 5500 ha tegen meer dan 8.000 ha in 2014.
Afgelopen 50 jaar waren er zowel hoge toppen als diepe dalen bij kavelruil, destijds meestal tijdens een wettelijk verplichte ruilverkaveling. Na een sterke toename in de tweede helft van de jaren 90 met een piek in 1999-2000 (11.000 ha.) volgde een forse daling. In 2003 ging het om slechts 900 ha. Daarna zette een langzaam herstel in.
De onderzoekers denken dat de forse terugval na 2000 een correctie was op de sterk gestegen grondprijzen, gecombineerd met matige landbouwinkomens, dierziekten en minder aankopen door de overheid van grond voor natuur. Tussen de totale hoeveelheid landbouwgrond die gewoon verkocht wordt of juist via kavelruil was altijd een direct verband. Vanaf 2007 wijkt dat beeld echter af. In die periode gaat wel veel grond weg via kavelruil maar veel minder via de gewone verkoop.
Tekst: Lauk Bouhuijzen
Beeld: Google Maps