Cargill wil veevoer onderdelen verkopen
De grootste leverancier van grondstoffen voor de veevoederbranche maakt bekend zich te willen focussen op de onderdelen waarbij een hogere marge te behalen valt. Persbureau Reuters meldt dat om de betreffende activiteiten goed af te bouwen, deze in de verkoop worden gezet. Deze verkoop volgt op de verkoop van de onderdelen in de Noord-Amerikaanse varkenshouderij. Die gingen naar de Braziliaanse vleesreus JBS. In augustus verkocht Cargill een fabriek voor soja en raapzaad en de sojaraffinaderij in de haven van Amsterdam aan sectorgenoot Bunge.
Focusverschuiving
In de poging hogere marges te halen neemt Cargill dus afscheid van varkens en rundvee maar zou zich wel blijven richten op verschillende activiteiten in de pluimveehouderij. De focus wordt verschoven naar plantaardige eiwitten, aquacultuur en insecten. Lage graanprijzen, een hoog aanbod, lage marges vormen de aanleiding hiertoe, evenals de Amerikaanse akkerbouwers die steeds beter met behulp van financie instrumenten zelf hun afzet regelen. Ook de concurrentie uit niches, zoals GMO-vrije grondstoffen, waarmee ingesprongen wordt op de consumentenvraag, speelt een rol. Deskundigen verwachten dat de stap van Cargill de prijs van Nederlands veevoer nauwelijks zal bevloeden. De Nederlandse diervoederindustrie gebruikt meer dan 300 verschillende soorten grondstoffen voor de productie van diervoeder. Ruim driekwart van deze grondstoffen komt uit Nederland en omringende landen. Slechts een kwart komt uit landen buiten Europa.
Trend ingezet?
Ook in West-Europa neemt de vraag naar GMO-vrij en lokaal geteelde grondstoffen voor veevoer toe. Het Nederlandse bedrijf Agrifirm, bijvoorbeeld, levert vanaf 1 juni GMO-vrije voeders op de Nederlandse markt. In Duitsland leverde het bedrijf al langere tijd een GMO-vrij assortiment. De trends in de VS waaien doorgaans vroeg of laat alsnog over naar Europa. De koerswijziging van Cargill kan dus een voorteken zijn van een nieuwe trend in de West-Europese veehouderij. De grote afhankelijkheid van Zuid-Amerikaanse soja wordt bij ons meer en meer aangestipt als de zwakke plek van de veehouderij.