'Niet het aantal, maar de emissie van vee is belangrijk'
Dat zei wethouder Aart de Kruijf van de gemeente Barneveld maandagavond 24 april tijdens een bijeenkomst van de Nederlandse Vakbond Pluimveehouders (NVP) in het Gelderse Heteren. De Kruijf is dan ook fel tegenstander van de wet dieren, die provincies het mogelijk maakt om te bepalen hoeveel stuks vee er maximaal gehouden mogen worden in een gebied.
Volgens de wethouder wordt er in de wet dieren niet gekeken naar het verdienmodel van veehouders. Voor het verdienmodel is het aantal stuks vee essentieel. Voor sommige pluimveehouders is het noodzakelijk in dieraantallen te groeien om bestaansrecht te houden. Door de wet dieren kan pluimveehouders die kans ontnomen worden en dat is een kwalijke zaak, stelt De Kruijf.
Biologisch ook meenemen
Volgens de wethouder wordt het hoog tijd dat biologische veehouders aan dezelfde eisen moeten voldoen dan gangbare veehouders. Biologische leghennen stoten ook ammoniak, geur en fijnstof uit. Hier in de Gelderse Vallei is de concentratie van fijnstof te hoog en willen we de uitstoot van fijnstof uit de veehouderij verlagen. 30 procent van de pluimveestapel in de Gelderse Vallei wordt biologisch gehouden. Ik vind dat biologische pluimveehouders net als gangbare ook stappen moeten zetten om de uitstoot van fijnstof te verlagen, betoogt De Kruijf.
De wethouder vindt het een goede zaak dat de veehouderij de fijnstofproblematiek niet ontkent maar actie onderneemt. Daarmee laat de veehouderijsector aan de politiek en maatschappij zien het probleem serieus te nemen.
De Kruijf hoopt dat het draagvlak voor de veehouderij hierdoor toeneemt. Want die is zowel in de landelijke als provinciale politiek erg laag, volgens hem. De wethouder is dan ook bang dat de Gelderse politiek dezelfde kant op gaat als in Noord-Brabant, waar steeds hogere eisen aan veehouderijbedrijven worden gesteld.