Verdedig risicozones op pluimveebedrijf

Martien Bokma-Bakker is werkzaam bij Wageningen Livestock Research als senior onderzoekster bij de afdeling diergezondheid en dierenwelzijn, en verricht onder andere onderzoek naar versterking van de diergezondheid en biosecurity op veehouderijbedrijven. Op verzoek van de pluimveesector is onderzoek uitgevoerd naar handelingsperspectief voor pluimveehouders in de preventie van laag- en hoogpathogene vogelgriep.
Bedrijfsaanpak
De uitdaging voor pluimveehouders is om direct en indirect contact tussen potentie vogelgriepuitscheiders en pluimvee in de stal en eventuele uitloop zo lastig mogelijk maken. De boodschap van Martien Bokma is om systematisch naar het eigen bedrijf te kijken, eventueel samen met de dierenarts. Haar advies:
- Breng de risicozones op het bedrijf in kaart of kleur via Google Earth of schematisch.
- Geef aan waar relevante voorzieningen zijn:
stallen, ook van andere takken, opslagen, silos
externe loop en transportroutes, ook van eventuele andere takken op het bedrijf, teken in bestaande situatie in grote lijnen hoe de externe transportroutes lopen
interne looplijnen voor het pluimveedeel lopen, waar deze kruisen, waar externe routes erg dicht langs pluimveestallen gaan.
Denk rood-geel-groen
Iedere bedrijfslocatie kan wat mogelijke verontreiniging met besmette vreemde uitwerpselen betreft in verschillende zones worden verdeeld:
a) een schone, sterk afgeschermde en beperkt toegankelijke groene zone met de verblijfsruimten van het pluimvee.
b) een oranje-gele zone met erfverharding, waar preventieve maatregelen kunnen worden genomen om de verontreiniging met vreemde mest te verminderen,
c) een rode zone van externe gebieden (onverharde wegen, sloten, weilanden, natuur e.d.) met een hoog besmettingsrisico.
Het advies van Bokma is: bepaal de risicozones en maak een haalbaar plan op maat: welke hygiische maatregelen per zone, welke maatregelen op de overgangen tussen de zones, hoe ga ik gewenst handelen ondersteunen (met attentiebordjes, pijlen op het erf, aparte kleuren schoeisel/kleding voor verschillende stallen, voor andere takken op het bedrijf e.d.
Een aantal concrete maatregelen die de pluimveehouder kan nemen om het risico op introductie van vogelgriep te verlagen zijn:
- Eenvoudige aanbouw als oplossing voor te klein voorlokaal voor scheiding schoon vuil
- Gesloten afvalbakken
- Vliegenvallen
- 2 meter verharding rondom stal
- Gescheiden bedrijfskleding in aparte kleuren
- Inrichting uitloop aantrekkelijk voor kip maken en niet voor watervogels, voorkom landingsbanen in de uitloop.
Lees voor meer informatie het rapport Handelingsperspectief voor pluimveehouders in de preventie van laag- en hoogpathogene vogelgriep.
Haalbaar plan maken
Een haalbaar plan, toegepast op de bedrijfssituatie, verlaagt de kans op insleep. Bokma benadrukt dat de plannen praktisch uitvoerbaar moeten zijn; de oplossingen moeten iets toevoegen, op maat en iedere dag praktisch uitvoerbaar zijn.
Nulrisico bestaat niet. De preventieve maatregelen zijn voor alle bedrijven belangrijk. Het rode gebied, buiten invloed van het bedrijf, is voor het ene bedrijf risicovoller dan het andere. Bedrijven met uitloop moeten extra alert zijn.
De sector kan de komende tijd praktijkervaring opdoen en knelpunten en aansprekende oplossingen met elkaar delen.
Een bijkomend voordeel is dat door de extra alertheid ook de kans op insleep van andere kiemen die pluimveehouder liever buiten houdt (Salmonella, IB, Gumboro etc) vermindert.
Invloed op omgeving beperkt
De commercie pluimveebedrijven weten sinds december ondanks een voortgaande dreiging vooralsnog vrij te blijven, dat betekent dat iedereen behoorlijk alert is op hygie op dit moment, is de conclusie van Martien Bokma. Zij maakt daarbij de kanttekening dat het handelingsperspectief van de pluimveehouder in de omgeving beperkt is. Bekijk de mogelijkheid om met (pluim)veebedrijven in de buurt gezamenlijk afspraken te maken over hygienemaatregelen zoals locatie en wijze van mestopslag, ongediertebestrijding etc. Een pluimveehouder kan ook in gesprek gaan met een hobbydierhouder uit de omgeving en bijvoorbeeld vragen om de hobbydieren vrijwillig op te hokken in risicotijden/-gebieden.