Campylobacterniveau op pluimvee(vlees) verder gedaald

NEPLUVI is in 2009 begonnen met de monitoring van Campylobacter voor in Nederland geproduceerd pluimveevlees. Sindsdien is het percentage van Campylobacter op eindproducten met waarden boven de 1.000 kve/gram jaarlijks gedaald van 9,8 procent in 2009 naar 3,9 procent in 2016, zegt Mark den Hartog van NEPLUVI.
Dat blijkt uit de monitoringsrapportage over 2016 van NEPLUVI die onlangs verscheen. Volgens NEPLUVI werkt de Nederlandse pluimveevleessector al jaren succesvol aan het verminderen van Campylobacter op pluimvee(vlees).
Goede keuken hygie
Campylobacter is een bacterie die voor kan komen in onder andere de natuur, op groenten en in het darmstelsel van dieren. Ook in het darmstelsel van kippen kan (frequent) Campylobacter voorkomen. Kippen zelf worden niet ziek als ze deze bacterie bij zich dragen.
Mensen hebben wel kans om ziek te worden door deze bacterie, met name als ze hier grote hoeveelheden van binnenkrijgen. Kip is geen steriel product en daarom is het van belang dat mensen een goede keuken hygie toepassen bij de bereiding van kip.
Hoewel theoretische modellen stellen dat er in bepaalde mate ziekte gevallen bij de mens optreden door (de bereiding van) pluimveevlees, is er bij een goede keukenhygie en bereiding nauwelijks kans om de Campylobacter besmetting via pluimveevlees op te lopen. Desalniettemin vindt de Nederlandse pluimveevleessector het haar verantwoordelijkheid om het Campylobacter niveau op pluimveevlees zo laag mogelijk te houden.
Weerstand verhogen
Als mensen aan lage hoeveelheden Campylobacter worden blootgesteld, verhoogt dit hun weerstand tegen Campylobacter. Dit blijkt uit wetenschappelijk onderzoek. Het nastreven van een algehele nulnorm voor Campylobacter is niet haalbaar, maar ook niet aan te raden, zegt Mark den Hartog van NEPLUVI.
Aangezien met name de hogere waarden een groter risico vormen voor Campylobacterbesmettingen bij de mens heeft de pluimveesector haar pijlen gericht op het verminderen van deze hoge waarden op pluimveevlees (> 1.000 kolonievormende eenheden (kve)/gram).
NEPLUVI is in 2009 begonnen met de monitoring van Campylobacter voor in Nederland geproduceerd pluimveevlees. Sindsdien is het percentage van Campylobacter op eindproducten met waarden boven de 1.000 kve/gram jaarlijks gedaald van 9,8 procent in 2009 naar 3,9 procent in 2016.
Extra was-stappen
Slachterijen proberen steeds om verbeteringen door te voeren in het slachtproces , bijvoorbeeld door de toevoeging van extra was-stappen in het slachtproces. Hoewel het lastig is te kwantificeren, zouden de extra maatregelen die in 2016 zijn genomen een gunstig effect gehad kunnen hebben.
Wat duidelijk sterk samenhangt met de dalende prevalentie op eindproducten is de gelijklopende dalende trend van het aantal Campylobacter besmet aangevoerde koppels vleeskuikens aan Nederlandse slachterijen.
Dit percentage was in 2011 53,0 procent en is gedaald naar 44,5 procent in 2016. Uit de Campylobacter rapportage 2016 van NEPLUVI blijkt dat slachterijen die relatief weinig positieve koppels aanvoeren, gemiddeld lagere Campylobacteraantallen op de geslachte eindproducten vinden.
Verminderen positieve koppels
Mensen kunnen aan Campylobacter worden blootgesteld als bijvoorbeeld groente en vlees onhygiisch wordt bereid. De mens kan naast de consumptie van levensmiddelen ook via andere transmissieroutes aan Campylobacter worden blootgesteld, zoals door direct contact met dieren of via oppervlaktewater.
Vervolgonderzoek zal meer de focus leggen op het verminderen van Campylobacter positieve koppels. Hierdoor wordt niet alleen de kans verkleind dat vlees Campylobacter positief wordt, maar ook dat de mens via andere transmissieroutes aan Campylobacter wordt blootgesteld.
Zo wordt bijvoorbeeld in het kader van de goedgekeurde PPS Campylobacterbeheersing in de pluimveesector bekeken of het verbeteren van de bedrijfshygie en het plaatsen van vliegennetten besmetting van pluimvee kan voorkomen.
Aanpak op het pluimveebedrijf
Peter Vesseur, algemeen secretaris van NEPLUVI, zegt trots te zijn op de bereikte resultaten in Nederland. De beheersing van Campylobacter in Nederland is al jaren een speerpunt en dat werpt zijn vruchten af.
Nederland loopt hierin voorop. In andere lidstaten van de Europese Unie neemt de aandacht toe en in enkele lidstaten worden ook mogelijkheden voor verdere verbetering onderzocht. Ons streven is om nog meer te bereiken en de aandacht voor aanpak op het pluimveebedrijf kan daar een belangrijke volgende stap bij zijn, stelt Vesseur.