'Stalderen is blokkeren'

De NVP streeft naar een vitale en duurzame pluimveehouderij, zoals ook te lezen is in de Koers voor een vitale pluimveehouderij in 2025, vertelt Brok. De voorgestelde staldering werpt volgens hem extra blokkades op, voor innovatie en verdere ontwikkeling van de pluimveehouderij op de 3 pijlers van duurzaamheid verantwoord, betaalbaar en leefbaar.
Veehouders die willen ontwikkelen worden op basis van de voorgestelde wijziging onder meer geconfronteerd met extra financie lasten, die ze met een gekrompen bedrijfsomvang moeten zien terug te verdienen.
Investeringen vertraagd
De kans is volgens Brok groot dat in de praktijk de stalderingsregeling zorgt dat oude stallen in stand worden gehouden en investeringen in nieuwe duurzame veehouderijsystemen worden vertraagd. Dat is nou net niet wat de provincie Noord-Brabant nastreeft.
Mogelijk dat het beoogde investeringsfonds en het servicepunt daar een oplossing voor gaan bieden, maar dat deel van de voorgestelde Wijziging verordening ruimte is nog niet concreet ingevuld. Dat moet eerst gebeuren en integraal onderdeel vormen van beleid.
Daarnaast zijn er genoeg praktijksituaties te bedenken waarvan onduidelijk is hoe de wijziging gaat uitpakken, wat gebeurt er bijvoorbeeld als een veehouderijbedrijf afbrand? Mag de ondernemer dan 90 procent van de oude staloppervlakte herbouwen?, vraagt de NVP-secretaris zich af.
Dien zienswijze in
De provincie Noord-Brabant wil zorgvuldige duurzame veehouderij stimuleren, leegstand tegengaan en in bepaalde gebieden de dieraantallen verlagen. Om dat te bereiken is het volgens Brok effectiever en doelmatiger om enerzijds gebieden aan te wijzen waarin de veehouderijbedrijven ruimte krijgen voor de transitie naar verdere verduurzaming.
En anderzijds door middelen beschikbaar te stellen voor opkoop -en/of bedrijfsverplaatsing in de gebieden waar krimp is gewenst. Dan neemt de provincie haar verantwoordelijkheid en voorkomt daarmee leegstand, verloedering en vergroot het de leefbaarheid in het buitengebied.