NVP en LTO/NOP willen naar emissiearme pluimveehouderij

Om binnen de pluimveehouderij fijnstof reducerende maatregelen te kunnen doorvoeren, is financieel draagvlak nodig. NVP en LTO/NOP leggen zich nu niet vast op de door de overheid gewenste doelstellingen voor fijnstofreducties aangezien het benodigde financie draagvlak door een besluit van Staatssecretaris Van Dam over de POR-regeling is ondermijnd.
Afstraffen voorhoede
De Staatssecretaris kondigde onlangs aan de POR-regelingen niet te verlengen. Dit betekent een grote economische schade (minimaal 50 miljoen euro) voor de betrokken pluimveehouders. Dit zijn veelal innovatieve (voorhoede) bedrijven die hebben gevesteerd in milieumaatregelen.
Staatssecretaris Van Dam heeft dit zonder overleg met de pluimveesector besloten. Ook bleek hij na een verzoek van de sector niet bereid om daarover persoonlijk overleg te voeren. Dit heeft het vertrouwen geschaad, stellen De Haan en Hubers.
90 procent mest verwerkt
De pluimveehouderij is er als enige dierlijke sector in geslaagd om mestverwerking grootschalig en blijvend te realiseren. Ruim 90 procent van de in Nederland geproduceerde pluimveemest wordt verwerkt en komt niet op Nederlandse bodem terecht. Ook emissiereductie wil de sector goed en voortvarend realiseren, maar een pluimveehouder kan een euro ook maar eenmaal uitgeven.
Vandaar dat het besluit van Van Dam om de POR niet te verlengen volgens beide belangenbehartigers niet los kan worden gezien van kapitaalsintensieve verduurzamingsambities zoals reductie van emissies uit stallen.
Emissiearme pluimveehouderij
De sector neemt de aanbevelingen uit het onderzoeksrapport Veehouderij en gezondheid omwonenden ter harte. Voor het verschijnen van dit rapport was de sector al in binnen- en buitenland met kennisinstellingen, industrie en lokale en regionale overheden in projecten samen aan het werken voor toekomstgerichte emissiereductie.
Doordat de legsector de laatste jaren massaal is overgeschakeld van kooisystemen naar maatschappelijk gewenste diervriendelijke stalsystemen zoals scharrelsystemen, komt meer fijnstof vrij in de stallen.
Als werkelijk sprake is van duidelijke volksgezondheidsrisicos dan neemt de pluimveesector zijn verantwoordelijkheid om deze risicos te beperken en fijnstof en eventuele andere ongewenste emissies van pluimveebedrijven zoveel mogelijk te reduceren. Daarvoor is een gezamenlijke aanpak van sector en overheid nodig, met voldoende tijd voor de ondernemers en een juiste afweging van maatregelen en risicos, aldus De Haan en Hubers.
Integrale oplossingen
Integrale verduurzaming is daarbij het doel, om ongewenste neveneffecten te voorkomen en bij voorkeur meerdere problemen met n maatregel aan te pakken. Maatregelen die zowel fijnstof, geur, ammoniak en endotoxinen kunnen reduceren. Een integrale aanpak waarmee met goede afwegingen tot betaalbare en werkbare oplossingen wordt gekomen.
De primaire pluimveesector (LTO/NOP en NVP), provinciale overheden en de gemeentes vertegenwoordigd door Food Valley en Agro Food Capital hebben het programma Naar een emissiearme Pluimveehouderij gepresenteerd aan Staatssecretaris Van Dam. Alle bestaande en nieuwe initiatieven, zoals Food Valley zullen via dit getegreerde Programma aan elkaar gekoppeld worden om een optimaal resultaat te behalen.
Middels onderzoek en innovatie wordt hard gewerkt aan een emissiearme pluimveehouderij. Er wordt daarbij gekeken naar effectieve en efficite oplossingen voor zowel nieuwbouw als bestaande stallen.
Ambities waarmaken
Om onze ambities waar te maken en voor het behoud van een vitale, duurzame pluimveehouderij hebben we een betrouwbare overheid nodig. Wij willen constructief samenwerken met de overheid om de uitstoot van fijnstof terug te dringen. Maar bij die samenwerking hoort ook een overheid die geen dierrechten van ondernemers in de sector afneemt, aldus De Haan en Hubers.
Het is niet te verkopen dat ondernemers die investeren in vooruitgang en innovatie later in hun hemd worden gezet. Na de verkiezingen willen we hierover met het volgend kabinet zo snel mogelijk in overleg, zeggen De Haan en Hubers.