Risico op besmetting met vogelgriep is niet afgenomen
Hoe lastig deze soms ook zijn voor de dieren. Deze maatregelen zijn in de eerste plaats bedoeld om contacten tussen gehouden vogels en wilde vogels zoveel als mogelijk te verhinderen en zo een besmetting, die steeds gepaard gaat met veel dierenleed, te voorkomen, zegt Philippe Houdart van het FAVV.
Maatregelen tot 10 maart
In Belgigelden de volgende maatregelen:
- Alle vogels en pluimvee van hobbyhouders (particulieren, amateurs) en professionele houders moeten opgehokt worden. Het opsluiten van de dieren in hun hok is overigens niet de enige manier om hen af te schermen; ook het houden in open lucht onder netten is toegelaten. Deze beide manieren zijn de enige werkbare om het risico op besmetting gedurende langere tijd zo klein mogelijk te houden.
- Uiteraard moeten de dieren ook afgeschermd gevoederd en gedrenkt worden. Daarbij mag geen onbehandeld oppervlaktewater gebruikt worden.
De maatregelen gelden voorlopig tot en met 10 maart en zullen eventueel verlengd worden indien het risico blijft. Mocht daarentegen het risico in de tussentijd sterk afnemen, dan kunnen zij steeds vroeger (gedeeltelijk) opgeheven worden, licht Houdart toe.
Agressief virus
Het hoogpathogene H5N8-vogelgriepvirus circuleert al sinds einde oktober 2016 in bijna heel Europa. Het is een bijzonder agressief virus dat veel ziekte en sterfte veroorzaakt, zowel bij wilde vogels als bij gehouden vogels", vertelt Houdart.
Op 1 februari werd een eerste besmetting met dit virus ontdekt in Belgi De besmetting in Lebbeke bij een houder van siervogels is tot op heden de enige in Belgi Zijn vogels werden besmet door direct contact met wilde eenden en ganzen.
Besmette wilde vogels
Dat er ondertussen bij ons geen bijkomende besmettingen meer gevonden zijn, betekent volgens Houdart niet dat het risico afgenomen is. Waarschijnlijk zijn er nog steeds besmette wilde vogels aanwezig." In de landen rondom Belgiwerden in de afgelopen weken nog een behoorlijk aantal gevallen vastgesteld bij wilde vogels. In Duitsland zijn er ook meerdere uitbraken geweest op pluimveebedrijven.
Verderop, in Centraal- en Zuidoost-Europa, woedt de ziekte nog veel intenser. Aangezien wilde vogels zich gemakkelijk over tientallen en zelfs honderden kilometer kunnen verplaatsen onder druk van de koude of gebrek aan voedsel, blijft het risico volgens Houdart bijzonder hoog.
Hij roept dan ook alle pluimveehouders op om alle verplichte maatregelen vol te houden, hoe lastig deze soms ook zijn voor de dieren.