'Goede verbindingen leggen nog belangrijker voor landbouw'

De komende tien of twintig jaar zal het voor de Nederlandse landbouw als voedselproducent nog belangrijker worden om de goede verbindingen te leggen. Natuurlijk is en blijft de kostprijs per eenheid product van belang maar als je iets produceert waar je vervolgens nergens mee naar toe kan of wat niemand wil heb je daar nog niet veel aan.
Hierbij zal de trend doorzetten dat niet de overheid maar de markt (afnemers) de productieregels gaan bepalen. De overheid kan de dynamiek van de markt , de verandering van behoefte en vraag,nooit zo snel volgen met eisen of regeltjes. Laat staan dat ze deze kan controleren en handhaven. Dus de overheid moet er alleen zijn voor de basis randvoorwaarden zoals voedselveiligheid en milieu. De aanvullende randvoorwaarden komen vanuit de markt met eigen kwaliteitsystemen waarin borging, controle etc geregeld zijn.
Willen de producenten grip houden op hun eigen toekomst is het dus van belang om de goede verbindingen aan te gaan. Dat geldt niet alleen voor de markt die de producten gaat kopen maar ook zeker voor de maatschappij waar de productie plaats vindt.
Nederland, Europa en de wereld
Het blijft belangrijk om in de thuismarkt Nederland uit te leggen hoe de productie plaats vind. En daar blijven ook zeker mogelijkheden voor producenten om hun producten in de regio af te zetten met een geheel eigen lokale identiteit of beleving. Dat klinkt misschien zweverig maar dit is de laatste jaren steeds belangrijker geworden. En niet alleen in de landbouw. Daarom heeft het absoluut zin om als boer de producten uit de anonimiteit te halen en het product een gezicht te geven.
Voor de regiomarkt europa is vooral van belang dat de Nederlandse producten gewaardeerd blijven om hun kwaliteit. Het zal de komende jaren wel wat spannender worden omdat diverse EU lidstaten hun best doen om hun eigen productie op allerlei manieren te beschermen. Gelukkig is er in veel Europese landen inmiddels een dusdanig tekort dat men de Nederlandse producten gewoon nodig heeft.
Voor de wereldmarkt blijven voedselveiligheid, betrouwbaarheid en kwaliteit naast de prijs van het product van belang. Met de focus op die markt blijft het altijd van belang dat de zwakste schakel de kracht van de keten bepaald. Er hoeft maar ergens in de keten iets fout te gaan of de gehele keten ligt eruit. En waar vroeger de gedachte was dat de mindere stromen nog altijd op de export konden is dat nu totaal niet meer aan de orde. Alles moet gewoon top zijn.
Elke keuze is prima
Dit alles betekent dat boeren en ketens duidelijk keuzes moeten maken voor welke markt zij willen gaan produceren. En dan kiezen voor die markt die het beste bij hun past. Dat kan zijn qua persoon maar ook qua bedrijfsvoering. En elke keuze is prima maar betekent wel dat men zich hieraan committeert. Dus vrijheid blijheid zal nog meer tot het verleden gaan behoren. Geen enkele keten kan zich dat nog veroorloven.
Dus de komende jaren zullen we meer een terugtredende overheid zien waar georganiseerde ketens de regie over tal van onderwerpen naar zich toe zullen gaan trekken. Voor de boeren vervolgens de keus bij welke keten men zich aan wil sluiten en hoe men invloed hierop organiseert.
Tekst: Wyno Zwanenburg
Beeld: Susan Rexwinkel