'Klimaatneutrale voeding uitdaging voor 2050'

De vraag waar de Nederlandse landbouw over twintig jaar zou kunnen, willen of moeten staan, is niet eenvoudig te beantwoorden. Want als ik twintig jaar terugkijk, constateer ik dat er veel is veranderd. En dat zat de komende jaren ook gebeuren.
Twintig jaar geleden was er nauwelijks sprake van ICT op landbouwbedrijven en nu zijn er robots die koeien voeren en melken en stallen schoonmaken. Akkerbouwers werken met GPS en plaatsen mest en zaad exact op de juiste plaats. Data worden automatisch verzameld en geanalyseerd voor ondersteuning van het management. Dat biedt kansen voor een betere en schonere gewasteelt en voor gezondere dieren. Daardoor is ons voedsel straks nog veiliger en wordt het milieu minder belast. Technisch gezien heel duurzaam, maar is dat het enige wat burgers en consumenten willen?
Twintig jaar geleden waren er geen dierrechten. Nu zijn er varkens- en pluimveerechten en binnenkort fosfaatrechten voor koeien. De veehouderij zal voorlopig begrensd blijven, maar naast dierrechten zullen er over twintig jaar ook dierenrechten zijn. Er is immers een groeiende wens om de eigenwaarde van dieren te beschermen en dat zal leiden tot aanscherping van wetgeving voor dierenwelzijn. Een groeiend deel van de consumenten zal door die overtuiging bewust kiezen voor wel of geen vlees.
De verandering van het klimaat leidt tot gemiddeld warmer en vaker extreem weer. De effecten daarvan hebben akkerbouwers in Zuidoost-Nederland afgelopen voorjaar al mogen ervaren. Akkerbouwers en melkveehouders zullen bij hun gewaskeuze daarmee rekening moeten houden. En veehouders zullen moeten inspelen op vaker en langer, extreem warm weer.
Over twintig jaar zijn minder fossiele brandstoffen beschikbaar en gas uit biomassa blijkt niet de oplossing te zijn. Maar er is wel voldoende elektriciteit opgewekt door windturbines en zonnepanelen beschikbaar. Daardoor zal elektrische aandrijving van machines en installaties de standaard zijn. Dus geen grotere, bredere en zwaardere tractoren en machines, maar kleinere gerobotiseerde werktuigen voor het veldwerk. Deze robots maken gebruik van allerlei data en maken precisielandbouw echt mogelijk. Bijkomend voordeel van lichtere machines is minder bodemverdichting wat bodemleven en gewasopbrengst ten goede komt.
Klimaatneutrale voeding
De groeiende wereldbevolking en stijgende welvaart vormen een enorme opgave en uitdaging om te komen tot een klimaatneutrale voeding in 2050. Op termijn zullen akkerbouwers op gronden waar hoogwaardig voedsel kan groeien, geen veevoer meer verbouwen. En dus zal de veehouderij zich nog meer moeten richten op het benutten van reststromen van de levensmiddelenindustrie. Daarbij is import van veevoer alleen acceptabel als daar een gelijke export van nutriten naar het land van herkomst tegenover staat. In Nederland leidt de doelstelling klimaatneutrale voeding op termijn tot een krimp van de veehouderij en een groei van de akker- en tuinbouw.
Met dit lange termijn perspectief en de groeiende aandacht voor dierenwelzijn, mogen we ook kijken naar de huidige ontwikkelingen in de veehouderij. Veehouders richten zich niet langer op een maximale productie van bulkvoedsel tegen hoge kosten. Want varkens- en pluimveehouders en steeds vaker insectenkwekers zullen alleen worden gewaardeerd als zij duurzaam produceren en hun dieren met respect behandelen.
Op veen en zware klei groeit ook over twintig jaar overwegend gras. Willen melkveehouders daarmee tegen een lage prijs een grondstof voor levensmiddelen voor consumenten elders in de wereld produceren? Of kiezen zij voor koeien in de wei, aandacht voor bodemleven en weidevogels en melk met meerwaarde? Gebruikmakend van alle technische mogelijkheden zijn dat geen Ot-en-Sien-melkveehouders, maar ondernemers die begrijpen hoe zij kunnen verdienen aan gewaardeerde producten vanuit de melkveehouderij.
Tekst: Frits van der Schans
Beeld: Ellen Meinen