Geruimd bedrijf krijgt alleen marktwaarde van dieren vergoed
Dat vertelt pluimvee econoom Peter van Horne van Wageningen Economic Research na vragen van Pluimveeweb.nl. Wageningen Economic Research (voorheen het LEI) maakt waardetabellen voor meerdere soorten pluimvee zoals leghennen, ouderdieren, vleeskuikens, eenden en kalkoenen. Per diersoort bestaat de tabel uit een lijst met daarin de waarde bij elke week leeftijd. De berekening is gebaseerd op marktprijzen van de periode voorafgaand aan de ruiming vanwege de vogelgriepuitbraak, vertelt Van Horne.
Dus krijgt een pluimveehouder de marktwaarde van zijn dieren vergoed. Voor een leghennenhouder is dat voor jonge leghennen bijvoorbeeld de waarde bij aankoop en bij oude hennen de slachtwaarde, legt de pluimvee econoom uit.
Voor alle tussenliggende weken worden ook waarden berekend op basis van deze twee marktmomenten. Bij een ruiming wordt de waarde van de dieren bepaald door een taxateur. In de praktijk gebruikt de taxateur echter bijna altijd de waardetabellen zoals opgesteld door Wageningen Economic Research, vertelt Van Horne.
Geen leegstandsvergoeding
Een pluimveehouder krijgt geen vergoeding voor zijn misgelopen inkomen na de ruiming, zegt hij. Dat is een besluit van het Ministerie van Economische Zaken en de EU in Brussel. Na een ruiming volgt een leegstandsperiode van minimaal twaalf weken.
De kosten hiervan zijn eigenlijk het misgelopen saldo tijdens deze periode. De overheid ziet dit als bedrijfsrisico en daarom ontvangt een pluimveehouder hier geen vergoeding voor uit het Diergezondheidsfonds, licht Van Horne toe.