Geen verbod op Colistine: 'E. coli blijft behandelbaar'
Dat zegt analist Bert Brink van Plantema Veterinair Centrum in Hardenberg in een reactie op uitspraken van staatssecretaris Martijn van Dam van Economische Zaken en minister Edith Schippers van Volksgezondheid eerder deze week. Zij willen het gebruik van Colistine in de veehouderij niet verbieden. Dat deelden ze deze week mee tijdens een debat in de Tweede Kamer.
Andere antibiotica - die geen Colistine bevatten - tegen E. coli, hebben een wachttijd voor eieren en zijn daardoor voor een leghennenhouder economisch niet interessant. Wanneer een leghennenhouder 10 dagen geen eieren mag leveren is dat een enorme schadepost, legt Brink uit.
Bij vleeskuikens worden overigens nagenoeg geen Colistine houdende antibiotica gebruikt. Dus zou een verbod voor vleeskuikenhouders weinig gevolgen hebben.
Dierenwelzijn
Dat Esther Ouwehand vindt dat Colistine verboden zou moeten worden, gaat haar er om dat de veehouderij het steeds moeilijker krijgt om te overleven. Dat juist zij het risico op resistentie vorming gebruikt is misleiding. Zij hebben zich nooit voor de mens geteresseerd, alleen het dier telt voor deze antropomorfisten, zegt Brink.
Dat Van Dam een verbod onverantwoord vindt, juist in het kader van dierwelzijn, is een goede visie. Het is juist dat Nederland laag scoort in het gebruik van Colistine. Dat hij in zijn betoog dan vervolgens meeneemt dat Colistine ook bij jonge dieren uit de pluimveehouderij wordt gebruikt, is dan weer niet juist. In dit stadium wordt bij pluimvee juist geen Colistine gebruikt. In de pluimveehouderij wordt alleen bij leghennen Colistine houdende antibiotica gebruikt, legt de analist uit.
Onvoldoende op de hoogte
Minister Schippers slaat de plank een (beetje) mis. Zij is blijkbaar onvoldoende op de hoogte van de problematiek rond antibiotica, blijkt uit haar reactie. Dat het verbieden van Colistine het gebruik van andere hoogwaardige antibiotica in de hand zou werken is natuurlijk onzin. Colistine is niet voor niets een tweede keus middel en andere/alternatieve eerste keus middelen resulteren juist in een veel beter effect op dierniveau. Deze eerste keus middelen zijn juist de middelen die het minste kans op resistentie geven, analyseert Brink.
Ouwehand vindt vervolgens dat er onvoldoende maatregelen worden genomen, in het kader van de volksgezondheid. Dat is absoluut niet waar. Er is juist heel veel gebeurd. Andere landen nemen ons daarom als voorbeeld, zegt de analist. Maar dat interesseert hen volgens Brink niet. Zij willen koste wat het kost de sector om zeep helpen. Dit blijkt ook wel weer uit haar vervolg dat ze juist liever een krimp van de pluimveestapel ziet. En deze krimp zien ze heel breed.