Aanpassingen gebruik tweede keus middelen
De aanpassingen werden begin dit jaar al door staatssecretaris Martijn van Dam aangekondigd. Sinds 2013 mochten tweede keus middelen niet meer toegepast worden zonder dat een dierenarts het dier of de dieren heeft onderzocht.
Bacteriologisch onderzoek
De dierenarts moet ook vaststellen dat een tweede keus antibioticum noodzakelijk is voor de behandeling. Dit kan bijvoorbeeld door een bacteriologisch onderzoek en gevoeligheidsbepaling van de gevonden kiem.
De veehouder kan nu vanaf 1 januari in overleg met de dierenarts maximaal drie bedrijfsspecifieke aandoeningen opnemen in zijn bedrijfsbehandelplan waarvoor hij tweede keus middelen nodig heeft. De dierenarts mag deze middelen voor een zeer beperkte groep dieren op het bedrijf afleveren voor toepassing door de veehouder zelf. Nu mogen deze middelen alleen bij bepaalde aandoeningen worden toegepast door de veehouder.
Contactmoment
Uit de evaluatie van de UDD-regeling bleek dat dit te algemeen en te weinig bedrijfsspecifiek was. De aandoeningen waarvoor een veehouder tweede keus middelen nodig heeft om acuut te kunnen handelen, verschillen per bedrijf. De verplichting om de middelen na een bepaalde periode af te voeren van het bedrijf, vervalt.
Voor veehouders die tweede keus-middelen willen inzetten voor bedrijfsspecifieke aandoeningen buiten de zogenoemde hoogrisicoperiode, wordt het bedrijfsbezoek vervangen door een contactmoment. Dat betekent dat een dierenarts niet naar het bedrijf hoeft te gaan. Tijdens dat contactmoment besluit de dierenarts onder meer of de behandeling met het tweede keus middel door de veehouder kan gebeuren voor een in het bedrijfsbehandelplan opgenomen aandoening.
Beloning
Verder is in de gewijzigde UDD-regeling opgenomen dat veehouders die structureel weinig antibiotica gebruiken, kunnen worden vrijgesteld van enkele verplichtingen, zoals het evalueren van het gebruik van antibiotica bij bedrijfsbezoek door de dierenarts en het jaarlijks opnemen van een reductiedoelstelling in het bedrijfsbehandelplan. Met deze vrijstelling worden veehouders die zich inzetten voor een laag antibioticagebruik beloond, aldus de staatssecretaris. In de Staatscourant van 28 oktober zijn de aanpassingen verder toegelicht.
Tekst: Lauk Bouhuijzen
Beeld: Susan Rexwinkel