Sectorspecifieke doelen moeten antibioticareductie versnellen
Het huidige generieke beleid lijkt volgens de overheid niet langer effectief om de doelstelling van 2017 te bereiken, omdat blijkt dat de daling in 2014 en 2015 afvlakte. Er volgens de ministeries een vervolgbeleid nodig dat sectorspecifiek is waar rekening wordt gehouden met de verschillen tussen veehouderijsectoren en de diversiteit aan diergezondheidsproblemen.
Voor alle sectoren geldt daarbij hetzelfde uitgangspunt: gezonde dieren zijn de norm, ziekte de uitzondering. De veehouderijsectoren en de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD) stellen halverwege 2017 de sectorspecifieke reductiedoelen vast.
Regierol dierenarts
Het doel is de diergezondheid te versterken, het gebruik van antibiotica te reduceren en de regierol van de dierenarts te verstevigen. Rode draad in alle sectorplannen is de focus op de zogenaamde rode en oranje bedrijven. Ze moeten hun antibioticagebruik verder terugbrengen richting het groene streefgebied.
Om dit te bereiken is kennis van de zogenaamde kritische succesfactoren en faalfactoren essentieel. Daarom wordt in de pluimvee-, varkens- en kalversector en bij de dierenartsen onderzoek gedaan naar kritische succes- en faalfactoren.
Verbeterplan
Voorbeelden van maatregelen die op korte termijn een verdere reductie tot stand moeten brengen zijn onder meer, dat pluimveebedrijven die structureel in het oranje signaleringsgebied zitten, een verbeterplan moeten opstellen.
Voor rode dierenartsen gelden verplichte verbetermaatregelen. Groene bedrijven worden beloond, bijvoorbeeld met vrijstellingen in regelgeving. Hiermee hoopt men de oranje en rode bedrijven te stimuleren om ook naar het groene gebied te bewegen.
Tekst: Reinout Burgers
Al bijna 25 jaar volg en schrijf ik als journalist onder meer over de varkenshouderij en pluimveehouderij. Twee uiterst boeiende en dynamische sectoren met veel gepassioneerde ondernemers.
Tekst: Rijksoverheid
Beeld: Susan Rexwinkel