'Bewuste vaccinkeuze volgende stap in Salmonella preventie'

We zien dat pluimveehouders een duidelijke voorkeur hebben voor Salmonella vaccins met bepaalde eigenschappen, zoals een langere werkingsduur en een brede werkzaamheid. Een goede bescherming tegen Salmonella heeft voor de pluimveehouders bovendien hoge prioriteit, zegt Van Leeuwen in een persbericht van Elanco.

Maar doordat ze de beschikbare vaccins en hun eigenschappen niet goed kennen, maakt 70 procent van de pluimveehouders geen bewuste keuze voor een specifiek vaccin, waardoor de bescherming toch niet optimaal is, aldus Van Leeuwen.

Salmonella serieuze bedreiging

Uit het onderzoek onder 131 Nederlandse legpluimveehouders blijkt dat twee derde van de respondenten een Salmonella besmetting als een serieuze bedreiging ziet. Onder de ondernemers met meer dan 50.000 hennen is dit zelfs 80 procent.

Ondernemers nemen Salmonellapreventie heel erg serieus, constateert Van Leeuwen. Ze vrezen met name de financie schade door beperkte afzetmogelijkheden en afkeuring van de eieren, maar ook de ruiming van het koppel. Ook vrezen velen de bijkomende stress en emotionele schade als gevolgen van een Salmonella besmetting. Dat verbaast me ook niet, ik spreek soms boeren die wakker liggen in afwachting van de resultaten van de recente monstername.

Geen bewuste keuze

Vaccineren wordt gezien als een wezenlijk onderdeel van de preventie. Dat blijkt wel uit het feit dat 95 procent van de ondervraagde pluimveehouders ook zonder subsidie door zou gaan met vaccineren.

Een goede Salmonella preventie bestaat uit een heel scala aan maatregelen, van hygie en ongediertebestrijding tot goed vaccineren. We zien in het onderzoek dat pluimveehouders veel aan preventie doen, maar dat hun kennis op het gebied van vaccineren tekort schiet om hierin een bewuste keuze te maken, aldus Van Leeuwen.

E derde van de pluimveehouders wist bijvoorbeeld niet dat er meerdere vaccins bestaan en 16 procent kent geen van de beschikbare Salmonella vaccins. 17 procent geeft zelfs aan niet te weten met welk vaccin de eigen hennen worden gevaccineerd.

Brede werkzaamheid, langere werkingsduur

Van Leeuwen: De beperkte kennis bij legpluimveehouders heeft deels te maken met de structuur van de keten. De hennen worden immers in de opfokperiode get, niet op het legbedrijf. Toch kan de legpluimveehouder hier zeker invloed op uitoefenen en het baart me zorgen dat bijna drie kwart aangeeft geen bewuste keuze voor een bepaald vaccin te maken. Zeker omdat veel pluimveehouders wel uitgesproken wensen hebben met betrekking tot de kwaliteit van het vaccin.

Brede werkzaamheid (80,7 procent) en werkingsduur (57,8 procent) worden met afstand het vaakst genoemd als belangrijke eigenschappen van een vaccin. Een lange werkingsduur is super belangrijk en wordt steeds belangrijker nu de hennen ouder worden. Toch wordt de meerderheid van de hennen nog altijd gevaccineerd met vaccins die hooguit tot een week of 60 optimale bescherming bieden. Vooralsnog kiest slechts 20 procent voor een vaccin met een langere werkingsduur.

Combivaccins

Een meerderheid van de hennen is bovendien alleen get voor n van de meest voorkomende vormen van Salmonella, of met een combinatie van levende vaccins met een geactiveerd vaccin.

Dit terwijl er goede levende combivaccins op de markt zijn. In de vermeerderingssector zien we het vertrouwen in levende vaccins sterk groeien. Ik hoop dat de legsector dit voorbeeld volgt. Ik raad legpluimveehouders aan hierover in gesprek te gaan met hun dierenarts en de opfokorganisatie, die in het onderzoek naar voren komen als de belangrijkste adviseurs van de pluimveehouder als het gaat om Salmonella vaccinatie.

Online onderzoek

Elanco Animal Health nodigde in juni 2016 765 legpluimveehouders per e-mail uit voor een online onderzoek over Salmonella preventie. De vragenlijst is ingevuld door 131 respondenten, qua bedrijfsomvang en bedrijfstype een representatieve weergave van de legpluimveesector volgens Elanco.