LTO/NOP: Met nieuwe technieken fijnstof terugdringen
![](http://d3ncyx4db87lab.cloudfront.net/01/60/872/foto_3_habraken_p1030350.-detail.jpg)
Dat zegt LTO/NOP voorzitter Eric Hubers in een reactie op het vandaag verschenen onderzoek Veehouderij en Gezondheid Omwonenden. In het onderzoek is te lezen dat in Nederland jaarlijks gemiddeld 1,5 procent van de bevolking een longontsteking krijgt maar in de buurt van een pluimveehouderij die kans groter is: 1,65 procent in de plaats van 1,5 procent.
De onderzoekers stellen vast dat er in een straal van 1 kilometer rond pluimveehouderijen meer kansis op longklachten. Dat komt voor bij alle mensen. Als oorzaak wordt fijnstof genoemd. Dit komt niet alleen door de pluimveehouderij, maar door de cumulatie (optelling) met andere fijnstof-bronnen, zoals verkeer en industrie, waardoor reeds bij mensen aanwezige ziekteverwekkers meer kans krijgen.
Het onderzoek laat 2 tot 4 procent mindere longfunctie zien bij burgers binnen een straal van 1 kilometer van concentraties van meer dan 15 veehouderijen. Dit is vooral te herleiden naar mensen die al een verminderde longfunctie hebben, bijvoorbeeld door COPD.
Keerzijde dierwelzijnsmaatregelen
We kunnen uit het onderzoek opmaken dat maatregelen die legpluimveehouders namen om het welzijn van de dieren te verhogen ook een keerzijde hebben. Het leidt tot meer fijnstof uit de stallen, zegt Hubers. Want als kippen meer los lopen en fladderen in de stal, komt er ook meer stof vrij uit de stallen.
En bij vleeskuikenhouders leiden drogere stallen tot betere gezondheid van de dieren en dus minder antibioticagebruik maar ze zorgen ook voor wat meer fijnstof. We kunnen niet terug in het welzijnsniveau en willen ook niet meer antibiotica gebruiken. Dat is best een dilemma.
Stalluchtkwaliteit ook verbeteren
Pluimveehouders zullen het vraagstuk van fijnstof aanpakken, samen met ketenpartijen, kennisinstellingen en overheid. Wat ons betreft komt er een programmatische aanpak luchtkwaliteit en veehouderij, zegt Hubers.
We streven naar een integrale aanpak en effectieve maatregelen waarbij ook in de stal zelf aandacht is voor de luchtkwaliteit. Dat is ook goed voor onze medewerkers en ons zelf. Ook dat is onderdeel van verduurzamen van onze sector.
Zoosen
Dat er wat betreft zoosen, vee-gerelateerde MRSA, ESBLs, Hepatis E en Influenza geen verschil in risico is gevonden tussen omwonenden van veehouderijen en zij die elders wonen, is voor de veehouderij ook een belangrijke conclusie uit het onderzoek.
Met deze conclusie zijn we best gelukkig. We komen juist uit deze hoek vaak argumenten tegen in de discussies over veehouderij, zegt Toon van Hoof, die binnen het bestuur van LTO Nederland over Diergezondheid gaat.
Het is voor onze buren goed nieuws en het is belangrijke informatie voor de dialoog tussen boeren, burgers en lokale politiek. En de onderzoekers maken ook duidelijk dat mensen die in de directe omgeving van een veehouderij wonen minder last hebben van allergie dan andere plattelandsbewoners.
Opgave voor de sector
LTO Nederland vindt dat de gezondheid van omwonenden van veehouderijen nooit ter discussie mag staan en ziet fijnstof als een serieus issue. Daar kunnen we de ogen niet voor sluiten, vertelt Van Hoof. Dit is een opdracht waar we met elkaar de komende jaren aan moeten werken. En tegelijk moeten we ons realiseren dat fijnstofbelasting uit veel bronnen afkomstig is, niet alleen uit de veehouderij.
Het onderzoek heeft plaatsgevonden in een dichtbevolkt gebied, met veel verkeer, industrie en veehouderij en ook nog in de nabijheid van buitenlandse industriegebieden. Fijnstof als bron voor gezondheidsklachten is de optelsom van verkeer, industrie en veehouderij, aldus Van Hoof.