‘Kies voor kostprijs of toegevoegde waarde’
Als een leghennenhouder kooi- of scharrelhennen houdt moet hij zijn kostprijs laag houden. Maar ook bij onderscheidende concepten zoals vrije uitloop of biologisch moet een pluimveehouder zijn of haar kostprijs in de gaten houden.
Dat zei Nico van Eckeveld, accountmanager van de Rabobank Gelderse Vallei donderdagavond 4 februari op een bijeenkomst voor pluimveehouders van het NAJK, LTO Noord en de Rabobank in Renswoude.
Voldoende omvang
Een tak moet volgens Van Eckeveld voldoende omvang hebben om de concurrentie aan te kunnen. Hoe groot dat is, hangt volgens hem van veel factoren af zoals het aandeel vreemd vermogen, aantallen wil hij daarom ook niet noemen.
Pluimveehouders die een nieuwe stal willen bouwen, moeten (financieel) bovengemiddeld presteren om voor een financiering in aanmerking te komen. Ook moet de financiering in balans zijn met de financie prestaties, status van gebouwen en inrichting. Dat is de basis voor een goed plan, zegt de accountmanager.
Buffer
De Rabobank vindt het bovendien belangrijk dat een pluimveehouder voor sterke en betrouwbare partners kiest, waarmee ze langdurig zaken kunnen doen.
Een buffer is ook belangrijk omdat de pieken en dalen steeds extremer zijn. Zorg dat je in een goede tijd voldoende reserveert om een slechte tijd te overbruggen. Ondernemers die in een goede tijd nog veel rekeningen uit een slechte tijd moeten betalen, lopen contigue achter de feiten aan.