NOP voorzitter Hubers: ‘Markt regelt zelf duurzame kip’
In de samenleving leeft breed de opvatting dat de productie van ons eten moet verduurzamen. Dat geldt voor aardappelen, groente, fruit, zuivel en ook voor ons kippenvlees. Daar staan we als pluimveehouders achter. Verduurzamen betekent in onze sector vooral het verhogen van het welzijn van de dieren, meer aandacht voor het voer en de gezondheid van de dieren en het verlagen van de emissies naar het milieu.
We zien deze kwesties terug in de leveringsvoorwaarden die onze afnemers, zoals de supermarkten, aan de productie stellen. Verduurzaming betekent bijvoorbeeld minder snel groeiende kippen, minder of geen antibiotica, minder belasting van het milieu, ander voer en vooral meer ruimte en een beter klimaat voor de dieren in de stal. Dat zijn echter kostprijsverhogende voorwaarden. Op zich geen probleem als wij als pluimveehouders maar de kans krijgen deze extra kosten terug te verdienen door een hogere prijs voor het kippenvlees.
Om nu te voorkomen dat de afnemers de pluimveehouders tegen elkaar uitspelen, hebben we indertijd afspraken gemaakt over de productievoorwaarden met de belangrijkste partners in de keten: de supermarkten, de slachterijen en de milieu-organisaties. Deze afspraken over de basisvoorwaarden voor duurzaam geproduceerd kippenvlees, hebben we de Kip van Morgen genoemd. Onder deze afspraken staan handtekeningen van de belangrijkste ketenpartijen.
Kip van Morgen als basis
De Kip van Morgen is voor ons een basis om mee te werken. Pluimveehouders kunnen er mee uit de voeten, leveren dit duurzaam geproduceerde kippenvlees en hebben sindsdien stappen gezet in tal van nieuwe concepten. Maar in Nederland hebben we een Autoriteit Consument en Markt (ACM), die toeziet op afspraken die zouden kunnen leiden tot een nadeel voor consumenten. De ACM beschermt kopers tegen prijsafspraken en keurde daarom de Kip van Morgen af. Volgens de ACM heeft de consument te weinig keuze en dat is nadelig voor het consumentenbelang.
Dat is aan pluimveehouders niet uit te leggen. Wanneer het mededingingsrecht verduurzaming frustreert, staan overheid en politiek voor een fundamentele vraag: timmeren we alles dicht in onwerkbare wetgeving, wachten we af totdat alle consumenten om duurzaam kippenvlees vragen, of bieden we samen met maatschappelijke organisaties de ruimte om verduurzaming stapsgewijs, gezamenlijk en in ketenverband op te pakken?
Wij vinden dat de overheid veel meer oog dient te hebben voor de regels die het bedrijfsleven hinderen om de productie van ons eten duurzamer en gezonder te maken. Naast het consumentenbelang zullen ook publieke- en sectorale belangen bij de beoordeling van mededingingsverhoudingen expliciet een plaats moeten krijgen. Om de duurzaamheidsambities te realiseren is een ketenaanpak cruciaal: van veehouder tot bord!
Verduurzaming aan de markt overlaten
De overheid moet de verduurzaming veel meer overlaten aan de markt. Onze afnemers kennen de markt, weten wat er in de samenleving speelt, voelen de druk van actiegroepen, kennen de eisen van hun klanten en willen zich kunnen onderscheiden ten opzichte van andere afnemers. Geef als overheid dat samenspel de ruimte. We hebben bewezen dat het kan.
Afgelopen jaren zijn door pluimveehouders, naast de steeds duurzamer geproduceerde gangbare kip, samen met supermarkten en slachterijen, acht verschillende concepten duurzaam geproduceerd kippenvlees ontwikkeld. De consument heeft daarmee een keuze voor kippenvlees die bij zijn wensen past.
En zo moet het gaan. De afnemers bepalen welke kip zij willen aanbieden, de pluimveehouder produceert deze kip en krijgt daar een eerlijke prijs voor en de consument kiest wat hem past. De Kip van Morgen is daarmee startpunt geweest voor een ontwikkeling die we in veel meer sectoren zien. Ook in aardappelen, groente, zuivel en fruit is de duurzame variatie groot en door de markt zelf geregeld.
Eric Hubers
Pluimveehouder in Noord-Limburg
Voorzitter vakgroep Pluimvee van LTO Nederland
Tekst: Eric Hubers, LTO Nederland